woensdag 30 september 2009

Island in the sun

Ik wil jullie helemaal niet jaloers maken, maar hier liggen we dan, aan het zwembad in een gazebo, op een hoop kussens en handdoeken zo zacht dat ze recht uit de reclamespot van Robijntje lijken te komen. De jongens in de poolbar lachen op ons en wachten tot het happy hour wordt, wanneer ze ons een heerlijke cocktail kunnen serveren. De azuurblauwe zee ligt de fonkelen in de zon, de palmbomen laten hun palmen klapperen in de verkwikkende bries. Om 10 uur deze morgen schoven we aan het meest uitgebreide ontbijtbuffet dat we ooit zagen, en at Jesse een heerlijke pannenkoek met siroop en blauwe bessen, terwijl ik sipte aan mijn vers papaya-sapje. Maar goed, ik hoef geen verdere details geven om duidelijk te maken dat we hier met ons luie gat in de boter zijn gevallen. Het is 30 graden, de zon schijnt en wij hebben vandaag slechts 1 woord in onze agenda staan: genieten. Oh, Bali, wat een perfecte afsluiter van ons avontuur...

Na meer dan 4 maanden Australië waren we toch blij om het land achter ons te laten. Waar we de Australiërs eerst supervriendelijk vonden, en bijzonder outgoing, leken ze ons op het einde chauvinistisch en brutaal. Bij de ontmoeting stellen alle Australiërs onvermijdelijk de vraag: "So... What do you think of Australia?", om daarna een uur een boom op te zetten over hoe geweldig het is en over hoe dom Europeanen zijn om te denken dat zij geen cultuur hebben. Alles moet daarenboven Australian made en Australian owned zijn vooraleer nen echte Oz er iets van moet weten. Op zich niets mis mee, maar we hebben dit jaar tegen wil en dank gemerkt dat wij echte Belgen zijn, bescheiden en beschaafd (hoewel degenen die ons regelmatig in actie zien hier wel heel hard mee zullen lachen), en dat zijn nu precies de 2 kwaliteiten die ge in de gemiddelde Ozzie niet snel zult ontdekken, integendeel. En het is uiteraard dat tegendeel waarvoor wij allergisch blijken te zijn.

En over volgende bestemming gesproken: onze thuiskomst komt nu wel echt heel dicht bij. Niet te geloven dat we binnenkort weer gaan moeten wennen aan Winterse temperaturen, het aflopen van de wekker, het gebruik van een agenda, het dragen van schoeisel,... Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel: binnenkort kunnen we onze familie en vrienden weer omhelzen, naar feestjes gaan, lekker frietjes eten, goed getapte Jupkes drinken,... En daar kijken we nu heeeeeel hard naar uit!

Maar eerst doen wat de baas hier naast mij zegt: Genieten!

zondag 20 september 2009

eenmaal, andermaal... VERKOCHT!


Hopla! Onze camper is verkocht!!! Er zijn weer enkele stressvolle dagen aan voorafgegaan, maar uiteindelijk is toch gebleken dat onze "strategie" gewerkt heeft: iets meer investeren om zeker te zijn van een vlotte verkoop. Ons campertje stak echt torenhoog uit boven alle gelijkaardige modellen op de markt: Jesse blonk de buitenkant mooi op terwijl ik de binnenkant eens grondig aanpakte. En hupsakee, ons buske zag er echt uitnodigend uit. De eerste bezoeker heeft dan ook meteen toegehapt.
Tijdens onze pre-verkoopsprospectie kwamen we terecht op Victoria Street, een straat waar alle backpackers zich verenigen om handel te drijven in gemotoriseerde voertuigen. Man man man, wat ge daar allemaal tegenkomt! Den helft van dat volk komt zijn buske daar gewoon zetten met een dikke centimeter zand erin en erop! En dan verwachten ze nog dat ze er 6 tot 7000 dollar voor krijgen. Ongelooflijk hoe weinig moeite mensen doen om hun investering te laten renderen. Bijgevolg zat de straat vol met hopeloze reizigers die hun busje nog snel van de hand willen doen omdat hun visum binnen 2 of 3 dagen verstrijkt. Stress!
Algauw beseften we dat ons busje een veel te hoge X-factor had voor die straat en besloten we het over een andere boeg te gooien. Een advertentie op het internet heeft de klus dan mogen klaren.
De koper is een Britse dame die samen met haar man en zoontje van 10 Australië wil ontdekken. Ondertussen hoopt ze een boek te schrijven over hun avonturen. Een heel leuke vrouw, we hadden niemand beter kunnen bedenken om onze Australische woonst aan door te geven.

Tussen alle verkoopsonderhandelingen door heb ik trouwens nog de schok van mijn leven gehad. Op een avond zat Jesse in de keuken van de camping naar TV te kijken (hoe kan het ook anders :p)terwijl ik mij al lag te installeren in ons warm bedje (hoe kan het ook anders:p). Ik lag een beetje naar muziek te luisteren en wat rond te kwakkelen toen ik ineens, in mijn ooghoek, een plek op het gordijn vaststelde. Daar zat een gigantische SPIN!!! OMG, ik kreeg bijna een hartaanval. Thuis heb ik echt geen last van een spinnenfobie ofzo, maar hier, met al die toxische exemplaren, ligt dat toch net ietsje anders... En dit staaltje giftigheid zat op het gordijntje dat ik letterlijk 2 minuten eerder nietsvermoedend had dichtgedaan.
Dus ik vloog naar buiten om mijn keel eens goed open te zetten, tot groot ongenoegen van de andere campingbewoners. "JEEEEEEEEEEEEEEESSEEEEEEEEEEEEEEE!!!!! FUCK FUCK FCUK FUCK!!!!" Gelukkig is mijn man van staal en is hij de confrontatie koelbloedig aangegaan. Een kleine rondvraag met ons fotomateriaal leidde tot het volgend vermoeden: alweer een huntsman (zo zagen we er al 1 bij Aaron en Karin op de farm), maar dit keer een andere soort. Gelukkig was het nu een kleiner exemplaar, ik denk dat ze mij anders echt in shock hadden kunnen afvoeren. De huntsman spinnen staan ervoor bekend huizen binnen te dringen en ze zijn ongelooflijk snel. Ze komen vrij veel voor in Australië en er bestaan bijna 100 soorten. Scary shit!!! Sinds die avond schrik ik 's nachts enkele keren wakker en moet ik de hele camionette afspeuren naar spinnen, ook al weet ik (hoop ik) dat de kans op een 2e bezoeker relatief klein is, het is sterker dan mezelf. Dus buiten slangen heb ik nu ook nog eens spinnen om me druk over te maken!

Enfin, nu de verkoop zowat rond is, kunnen we eindelijk werk maken van ons ultieme relaxatie-plan! Ole! Tot donderdag kamperen we nog bij 1 van de beste surfstranden rond Sydney, daarna nemen we een hotelletje in het centrum zodat we nog wat van de stad kunnen zien.
Maandag vliegen we dan naar Bali, waar we 2 weken willen genieten van het schoon weer en van elkaar.

Blij dat we Australië bijna verlaten. Na 19 weken is het welletjes geweest.

Niet te geloven dat het jaar bijna om is. Shiiiiiiit!

vrijdag 11 september 2009

Terug in Sydney

Voila se, Australië zit er bijna op...

Na ons avontuur in de Outback reden we richting Melbourne over de Great Ocean Road. Prachtig, maar k-k-k-koud!!! Op onze weg mochten we alweer getuige zijn van prachtig natuurschoon: aan de kust van Warrnambool zagen we een massa walvissen in het water spelen. De moeders leggen zich in een rustige baai om te kalven, en de rest van de familie hangt er dan ook een beetje rond. Dat levert een spektakel op van walvissen die breachen, tail slappen en gewoon wat komen ademen aan het wateroppervlak. Echt geweldig, en het speelde zich (bijna) allemaal 100 meter voor onze ogen af.

In Melbourne waren we te gast bij Louisa en Bill, vrienden van Eef. Dankzij hun leerden we heel wat bij over de Australische cultuur:
Australie bestaat uit

WOGs: Whealthy Overseas Gentlemen (vb Grieken die in de jaren 50 emigreerden)
POMs: Prisoners Of the Motherland (de Britse gevangenen die met de eerste vracht naar hier zijn gekomen)
SKIPs: van Skippy, the bushkangaroo (dit zich de echte Ozzies, die al geen idee meer hebben over de afkomst van hun geslacht)

En dan zijn er natuurlijk de Aboriginals, maar dat onderwerp lag weer iets gevoeliger.
Bill is een WOG, een Griekse Australiër, dus in zijn gezin kregen we een blik op het leven van de WOGs. Het leek wel of we in een sequel van "My Big Fat Greek Wedding" beland waren! Veel Grieken, maar ook veel warmte en gezelligheid, nog meer eten en goeie gesprekken!

Vervolgens zwaaiden we Eef uit op de luchthaven en trokken we weer met z'n tweetjes verder naar onze Australische eindbestemming: Sydney.

Een tweetal weken, een hoop surfsessies en een aantal kangoeroe's, slangen, dolfijnen en walvissen later, zijn we in Sydney gearriveerd.
Vanaf nu gaat al onze aandacht uit naar de verkoop van onze camper! Grondig poetsen, affiches maken en hopen op een deftig aantal geïnteresseerden.
Spannend!

Et puis: honeymoon-style op Bali! Hmmmmmmmmmm...

donderdag 20 augustus 2009

Outback

Australie. Het is me wat. Hier in het midden van het land werd het contact met de aboriginals onvermijdelijk. Hoe onherbergzamer de streek, hoe meer aboriginals we tegenkomen. Het probleem van de Australische cultuur ontwond zich langzaam en werd ons alsmaar duidelijker. De spanning tussen de "originals" en de blanke Europeanen
is groot, en misschien enkel echt te begrijpen als ge betrokken partij zijt.
Het is een feit dat de aboriginals zich heel moeilijk "aanpassen" aan de cultuur van de settlers. Dit uit zich in slechte persoonlijke hygiene, een hangcultuur om u tegen te zeggen, alcoholisme, het snuiven van benzine,... Kortom in het leven aan de rand van de maatschappij middenin die maatschappij. In en rond Uluru zijn de naftpompen op slot en krijg je alleen maar alcohol op vertoon van een speciale toeristenkaart. De "echte" Australiers vinden de aboriginals profiteurs, cultuurbarbaren, genetisch defect en inferieur. De dorpen die hoogdzakelijk bestaan uit zwarten zijn vervallen en voelen aan als de derde wereld. Hoe is het zover kunnen komen, vragen we ons af? Een cultuur die al duizenden jaren het wiel had uitgevonden verwacht dat een volk dat nauwelijks sedimentair was probleemloos alles overneemt?
Nog nooit hebben we zoveel structurele ongelijkheid gezien, zoveel ingebakken racisme. En het moet gezegd, ik zou zelf niet in 1 van de dorpen willen wonen. Ons eerste contact met de rondhangende aboriginals bracht een klein cultuurshockske teweeg, maar vooral veel vragen. Ze hebben alles van de aboriginals afgepakt en het is voor die mensen nu onmogelijk geworden om het gat tussen hun cultuur en de
verwachtingen van de onderdanen van de Queen of England te vullen.
Heel bizar en ontzettend bevreemdend.
Tijdens ons bezoek aan Uluru werden we geconfronteerd met het gebrek aan respect voor de Aboriginals en hun overtuiging. Uluru is voor hun een heilige plek en ze vragen om de rots respectvol te bezoeken en niet te beklimmen. Gevolg: massa's Australiers komen naar Uluru, precies om de "climb" te doen. Met hordes schuifelen ze naar boven, ook al staat er aan de voet van de berg een gigantisch bord met de
vraag om alstublieft niet naar boven te klimmen, en ook al hebben al tientallen mensen het leven verloren tijdens die tocht. Absurd.

Uluru zorgde voor een verrassing. Bij het manoevreren op de parking van een tankstation reed Jesse bijna een blanke man van zijn sokken.
Bij nader inspectie bleek deze man een bekende... Hij dook de toiletten in en in afwachting van zijn ontlaste terugkeer vormden we de haag. Het duurde even vooraleer deze man opnieuw verscheen. De spanning steeg: was hij het werkelijk?
En jawel, hij was het! Jesse stormde op hem af en onze premier (!) ( wij mogen hem intussen Herman noemen) begroette ons met de woorden: " aha, Limburgers!" Hij gaf eveneens te kennen dat hij aan de reizende Walen zijn identiteit niet onthuld. Eef, de Nederlandse, had meer geluk en zij mocht mee op de foto. Vooral Geertrui, onze first lady, werd zeer sympathiek bevonden.

Na Uluru bracht een rit van 800 km ons in het eerste "beschaafde" dorp, in het letterlijke hol van de blanke man, Coober Pedy. In Coober Pedy zijn de weersomstandigheden zo extreem dat de mensen er onder de grond zijn gaan wonen. Met dat weer werden we dan ook onmiddellijk geconfronteerd in de vorm van een fikse desert storm. Het zand vloog ons rond de oren en het kostte enige moeite om Eef haar tent recht te houden. Na al die nachten in de Outback dachten we onze buikjes rond
te smullen bij Tom & Mary, de lokale Griek. Het restaurant was erg in trek bij de lokale opal- diggers, maar wij waren toch van mening dat de kok eens een bezoek moet brengen aan onze Kapelstraat... Coober Pedy deed zijn naam van " hol " alle eer aan: er was geen hol te beleven...

vrijdag 31 juli 2009

Back in Oz

Na 5 dagen rijden door de Australische Outback, kunnen we erover meespreken: Australië is een gigantisch land!!!

De Outback op zich verrast ons een beetje: het is inderdaad enorm desolaat en er is geen hol te beleven, maar we kunnen niet zeggen dat we de enigen zijn die eens door de middle of nowhere willen cruisen. We delen de "road to nowhere" voornamelijk met de grijze golf: de Australische pensionnees weten bij god hoe ze van het leven moeten genieten: de gemiddelde Australiër die we hier tegenkomen is er voor
maanden of zelfs jaren op uit. Hupsakee.
Een kleine zelf-geïnduceerde studie heeft uitgewezen dat we statistisch gezien een 40-tal tegenliggers mogen begroeten per 100 km. Dat valt dus reuze mee in termen van "er is geen kat te zien".
Verder hebben we de afgelopen 3000 km al meer fietsers gezien dan alle voorgaande kms in Australie. Ik geloof dat ik officieel zot zou worden als ik de leegte van de Outback zou moeten doorkruisen op mijn velooke.
Het landschap is ongelooflijk uitgestrekt, maar toch is het groener en gevarieerder dan verwacht. Pas op, het is veel rechtdoor en heel eentonig soms, maar we verbazen er ons vaak over hoe prachtig die uitgestrekte taferelen zijn. En we staan versteld over het aantal vogels dat hier leeft. Allerlei soorten papegaaien en roofvogels, echt massa's.
Het contrast met Japan is dus heel erg groot. Van de immense drukte naar de intense leegte. We worden er allebei zowaar een beetje rustig van.
Zalig.

Intussen zijn we in Darwin, waar Eefje binnen enkele dagen aankomt om met ons mee te reizen. Zo worden onze laatste weken nieuw leven ingeblazen door vers reisbloed! We kijken er naar uit!

zondag 19 juli 2009

We ♥ Tokyo


Amai, de tijd vliegt... Onze 5e etappe zit er bijna op.

Onze indruk van Japan is moeilijk te verwoorden. Het is een maf land, vol tegenstellingen, waar "overconsumptie" en "zen" hand in hand gaan...
De Japanners zijn harde werkers: Shoko en Meg werken elke dag 12 tot 16 uur. 's Avonds om 22u thuiskomen om 's morgens rond 6 opnieuw te vertrekken, dat is hier de norm. Alle winkels zijn 7 op 7 geopend tot 20 of zelfs 22u, de werkmannen moeten ook op zaterdag naar den bouw, veel gepensioneerden gaan nog 3 dagen per week werken,...
De Japanners schijnen te leven om te werken, het is een gedisciplineerd volk.
Maar voor al die discipline moet er zelfs in Japan tegengewicht bestaan: iedere stad is doordrenkt van "entertainment"-mogelijkheden. Karaoke, Maid-cafe's, Pachinko en slots, prostitutie a volonte, lunaparken, "Hello Kitty" mania, "Snoopy" mania, gigantische shoppings,...
Pachinko is een soort gok-machine, waarbij ge ballekes door 1 bepaald gaatje moet proberen te doen vallen, waardoor ge meer ballekes wint. Iedere stad heeft talloze pachinko-hallen. Als de schuifdeuren van zo'n hal zich openen wordt ge verwelkomd door een oorverdovend lawaai en een dikke walm sigarettenrook. Rijen gokautomaten volgen elkaar op, met daarachter mensen die ineengezakt als zombies naar dat ene gaatje staren waar de balletjes doorheen moeten. Indrukwekkend en bevreemdend.

De arbeidsethiek van de Japanners heeft mij echt geschokt: iedere dag meer dan 12 uur kloppen en nooit meer dan 3 vakantiedagen aaneensluitend mogen opnemen, een mens zou voor minder depressief worden. Ge hoort ook opperbest op uw werk te verschijnen: zelfs meisjes die bvb in een call-center werken (en de hele dag geen klant zien) moeten zich opmaken (minimum lipstick en oogschaduw+mascara).

Maar los daarvan is Japan een consumenten-hemel. Als ge geld te spenderen hebt is Tokyo the place to be. Ik vraag me af of de grote labels ergens betere business doen dan in Japan. Ze zijn hier gek van merken en namen. Ik heb nog nooit zoveel winkels van Louis Vuitton gezien. Noteer: geen enkele aan de binnenkant :-(
En de schoenen, tja, ik heb spijt dat ik al die mooie schoenen moet achterlaten...

Het manga-district, Akihabara, hebben we uiteindelijk 2 keer bezocht. ik vind het begrijpelijk waarom de manga en de anime zo boeit: mooie personages met speciale krachten, het is een droomwereld waar Harry Potter een puntje aan kan zuigen! Volwassen mannen schuimen de manga-winkels af op zoek naar hun favoriete manga-doll, liefst in een special edition. Maar ook de manga heeft zijn scherpe kantjes: als ge afdaalt naar de kelder van de winkels, ontpoppen de lieflijke personages zich in wulpse, rondborstige prooien voor de "Otaku". Manga-porno in overvloed!!!
We ontdekten in Akihabara ook een gigantische sex-shop, en ook daar bleek de Japanse drang naar extremen.
Neukpoppen (sorry, ik vond geen smakelijker woord) in de vorm van 10-jarige meisjes (kinder-ondergoed en alles), een massa kunst-anussen (die opengesneden tentoongesteld worden om aan te tonen dat ze de anatomie van een achte anus annex darm benaderen), een massa kunst-vagina's, strap-ons (penissen die ge aan u kunt binden als ge der zelf gene hebt, of als die van u niet volstaat, of als dat gewoon uw ding is), gagballs in alle maten en kleuren, bondage materiaal (interessant om uw sjortechtniek te oefenen), jumbo dildo's (waar zelfs de aanhangsters van "size does matter" zich niet aan zouden wagen), elektrische rukmachines (compleet met mechanische hand), ruk-handschoenen (speciaal voor de man ontworpen die tijdens het masturberen in de waan wil blijven dat hij bediend wordt door een vrouwenhand: de ruk-handschoen kunt ge optioneel verder uitbreiden met kunstnagels, om het net dat tikkelte extra realiteit te geven ;-)). En dan waren er natuurlijk ganse kamers vol kostuumpjes: heel veel dienstmeisjes (cfr de maid-cafe's) maar ook veel high school grils, verpleegstertjes (ze hebben ook een ruime keuze aan stethoscopen en spuiten in allerlei maten) en SS uniformen, en ga zo maar door...
De wondere wereld van de seks shop. Die van Sluis moeten hier hunne mosterd komen halen. ;-)

Aaaaanyway, Japan is een aanrader, maar zie wel dat ge uwe portefeuille bij hebt!!!

donderdag 9 juli 2009

love is in the air


Na ons vorig berichtje, ging de reis naar Nara, waar we Meg ontmoetten. Het was een fijn weerzien en na een tour van de stad gingen we mee naar haar ouderlijk huis, om haar moeder en grootmoeder te leren kennen. De rit naar huis ("I live very close to Nara") duurde meer dan een uur en ging van begin tot einde door piepkleine straatjes, waar er constant gestopt moest worden om de tegenligger door te laten. De huizen stonden er enorm kort op elkaar, maar af en toe was men er toch in geslaagd om er een rijstveldje tussen te planten.
Megs moeder had voor de gelegenheid niet een, maar wel 6 gerechten bereid. Zowat de hele Japanse keuken stond op het menu! Het gezin stond erop dat we de Japanse natto probeerden: een plakboel gefermenteerde sojabonen gemengd met een tikje mosterd en een scheutje sojasaus. Afschuwelijk (en de meeste Japanners delen die mening)!

Ondertussen zijn we aangekomen in Osaka.
Omdat het internet in Japan overal gratis is, had ik tijd genoeg om een goeie hotel-deal in Osaka te zoeken. Na een hele avond internetten kwam ik uit bij een onlangs gerenoveerd hotelletje waar een double room nog minder kostte dan in een doordeweeks hostel. De foto's zagen er OK uit, dus niets hield ons tegen om een kametje te reserveren.
Aangekomen in Osaka kwamen we er al gauw achter wat er mis was: het hotel bleek midden in het love-district te liggen, de rosse buurt van Osaka. Ons kamertje wordt op andere dagen voor 15 euro per uur verhuurd aan een hitsige Japanner en zijn dame van lichte zeden. Het was even slikken (en nee, niet letterlijk ;-)), maar ja: het was goedkoop, proper en vlak bij het metro en station... Gelukkig zijn er nog veel westerse toeristen in dezelfde val gelopen! Maar al bij al valt het nog mee.

Osaka zelf heeft ons niet echt kunnen bekoren: veel grijze stad en de hitte is hier niet te keren. Om 9u 's morgens stond de thermometer al op 31 graden. En de lucht is ernorm vochtig, dus het valt niet mee om te slapen 's nachts (de airco blaast volle bak in ons gezicht dus die kunnen we 's nachts niet aanzetten).

Morgen treinen we naar Hiroshima, waar de eerste atoombom werd gegooid tijdens WOII.
Daar logeren we opnieuw in een hostel. ;-)