woensdag 30 september 2009

Island in the sun

Ik wil jullie helemaal niet jaloers maken, maar hier liggen we dan, aan het zwembad in een gazebo, op een hoop kussens en handdoeken zo zacht dat ze recht uit de reclamespot van Robijntje lijken te komen. De jongens in de poolbar lachen op ons en wachten tot het happy hour wordt, wanneer ze ons een heerlijke cocktail kunnen serveren. De azuurblauwe zee ligt de fonkelen in de zon, de palmbomen laten hun palmen klapperen in de verkwikkende bries. Om 10 uur deze morgen schoven we aan het meest uitgebreide ontbijtbuffet dat we ooit zagen, en at Jesse een heerlijke pannenkoek met siroop en blauwe bessen, terwijl ik sipte aan mijn vers papaya-sapje. Maar goed, ik hoef geen verdere details geven om duidelijk te maken dat we hier met ons luie gat in de boter zijn gevallen. Het is 30 graden, de zon schijnt en wij hebben vandaag slechts 1 woord in onze agenda staan: genieten. Oh, Bali, wat een perfecte afsluiter van ons avontuur...

Na meer dan 4 maanden Australië waren we toch blij om het land achter ons te laten. Waar we de Australiërs eerst supervriendelijk vonden, en bijzonder outgoing, leken ze ons op het einde chauvinistisch en brutaal. Bij de ontmoeting stellen alle Australiërs onvermijdelijk de vraag: "So... What do you think of Australia?", om daarna een uur een boom op te zetten over hoe geweldig het is en over hoe dom Europeanen zijn om te denken dat zij geen cultuur hebben. Alles moet daarenboven Australian made en Australian owned zijn vooraleer nen echte Oz er iets van moet weten. Op zich niets mis mee, maar we hebben dit jaar tegen wil en dank gemerkt dat wij echte Belgen zijn, bescheiden en beschaafd (hoewel degenen die ons regelmatig in actie zien hier wel heel hard mee zullen lachen), en dat zijn nu precies de 2 kwaliteiten die ge in de gemiddelde Ozzie niet snel zult ontdekken, integendeel. En het is uiteraard dat tegendeel waarvoor wij allergisch blijken te zijn.

En over volgende bestemming gesproken: onze thuiskomst komt nu wel echt heel dicht bij. Niet te geloven dat we binnenkort weer gaan moeten wennen aan Winterse temperaturen, het aflopen van de wekker, het gebruik van een agenda, het dragen van schoeisel,... Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel: binnenkort kunnen we onze familie en vrienden weer omhelzen, naar feestjes gaan, lekker frietjes eten, goed getapte Jupkes drinken,... En daar kijken we nu heeeeeel hard naar uit!

Maar eerst doen wat de baas hier naast mij zegt: Genieten!

zondag 20 september 2009

eenmaal, andermaal... VERKOCHT!


Hopla! Onze camper is verkocht!!! Er zijn weer enkele stressvolle dagen aan voorafgegaan, maar uiteindelijk is toch gebleken dat onze "strategie" gewerkt heeft: iets meer investeren om zeker te zijn van een vlotte verkoop. Ons campertje stak echt torenhoog uit boven alle gelijkaardige modellen op de markt: Jesse blonk de buitenkant mooi op terwijl ik de binnenkant eens grondig aanpakte. En hupsakee, ons buske zag er echt uitnodigend uit. De eerste bezoeker heeft dan ook meteen toegehapt.
Tijdens onze pre-verkoopsprospectie kwamen we terecht op Victoria Street, een straat waar alle backpackers zich verenigen om handel te drijven in gemotoriseerde voertuigen. Man man man, wat ge daar allemaal tegenkomt! Den helft van dat volk komt zijn buske daar gewoon zetten met een dikke centimeter zand erin en erop! En dan verwachten ze nog dat ze er 6 tot 7000 dollar voor krijgen. Ongelooflijk hoe weinig moeite mensen doen om hun investering te laten renderen. Bijgevolg zat de straat vol met hopeloze reizigers die hun busje nog snel van de hand willen doen omdat hun visum binnen 2 of 3 dagen verstrijkt. Stress!
Algauw beseften we dat ons busje een veel te hoge X-factor had voor die straat en besloten we het over een andere boeg te gooien. Een advertentie op het internet heeft de klus dan mogen klaren.
De koper is een Britse dame die samen met haar man en zoontje van 10 Australië wil ontdekken. Ondertussen hoopt ze een boek te schrijven over hun avonturen. Een heel leuke vrouw, we hadden niemand beter kunnen bedenken om onze Australische woonst aan door te geven.

Tussen alle verkoopsonderhandelingen door heb ik trouwens nog de schok van mijn leven gehad. Op een avond zat Jesse in de keuken van de camping naar TV te kijken (hoe kan het ook anders :p)terwijl ik mij al lag te installeren in ons warm bedje (hoe kan het ook anders:p). Ik lag een beetje naar muziek te luisteren en wat rond te kwakkelen toen ik ineens, in mijn ooghoek, een plek op het gordijn vaststelde. Daar zat een gigantische SPIN!!! OMG, ik kreeg bijna een hartaanval. Thuis heb ik echt geen last van een spinnenfobie ofzo, maar hier, met al die toxische exemplaren, ligt dat toch net ietsje anders... En dit staaltje giftigheid zat op het gordijntje dat ik letterlijk 2 minuten eerder nietsvermoedend had dichtgedaan.
Dus ik vloog naar buiten om mijn keel eens goed open te zetten, tot groot ongenoegen van de andere campingbewoners. "JEEEEEEEEEEEEEEESSEEEEEEEEEEEEEEE!!!!! FUCK FUCK FCUK FUCK!!!!" Gelukkig is mijn man van staal en is hij de confrontatie koelbloedig aangegaan. Een kleine rondvraag met ons fotomateriaal leidde tot het volgend vermoeden: alweer een huntsman (zo zagen we er al 1 bij Aaron en Karin op de farm), maar dit keer een andere soort. Gelukkig was het nu een kleiner exemplaar, ik denk dat ze mij anders echt in shock hadden kunnen afvoeren. De huntsman spinnen staan ervoor bekend huizen binnen te dringen en ze zijn ongelooflijk snel. Ze komen vrij veel voor in Australië en er bestaan bijna 100 soorten. Scary shit!!! Sinds die avond schrik ik 's nachts enkele keren wakker en moet ik de hele camionette afspeuren naar spinnen, ook al weet ik (hoop ik) dat de kans op een 2e bezoeker relatief klein is, het is sterker dan mezelf. Dus buiten slangen heb ik nu ook nog eens spinnen om me druk over te maken!

Enfin, nu de verkoop zowat rond is, kunnen we eindelijk werk maken van ons ultieme relaxatie-plan! Ole! Tot donderdag kamperen we nog bij 1 van de beste surfstranden rond Sydney, daarna nemen we een hotelletje in het centrum zodat we nog wat van de stad kunnen zien.
Maandag vliegen we dan naar Bali, waar we 2 weken willen genieten van het schoon weer en van elkaar.

Blij dat we Australië bijna verlaten. Na 19 weken is het welletjes geweest.

Niet te geloven dat het jaar bijna om is. Shiiiiiiit!

vrijdag 11 september 2009

Terug in Sydney

Voila se, Australië zit er bijna op...

Na ons avontuur in de Outback reden we richting Melbourne over de Great Ocean Road. Prachtig, maar k-k-k-koud!!! Op onze weg mochten we alweer getuige zijn van prachtig natuurschoon: aan de kust van Warrnambool zagen we een massa walvissen in het water spelen. De moeders leggen zich in een rustige baai om te kalven, en de rest van de familie hangt er dan ook een beetje rond. Dat levert een spektakel op van walvissen die breachen, tail slappen en gewoon wat komen ademen aan het wateroppervlak. Echt geweldig, en het speelde zich (bijna) allemaal 100 meter voor onze ogen af.

In Melbourne waren we te gast bij Louisa en Bill, vrienden van Eef. Dankzij hun leerden we heel wat bij over de Australische cultuur:
Australie bestaat uit

WOGs: Whealthy Overseas Gentlemen (vb Grieken die in de jaren 50 emigreerden)
POMs: Prisoners Of the Motherland (de Britse gevangenen die met de eerste vracht naar hier zijn gekomen)
SKIPs: van Skippy, the bushkangaroo (dit zich de echte Ozzies, die al geen idee meer hebben over de afkomst van hun geslacht)

En dan zijn er natuurlijk de Aboriginals, maar dat onderwerp lag weer iets gevoeliger.
Bill is een WOG, een Griekse Australiër, dus in zijn gezin kregen we een blik op het leven van de WOGs. Het leek wel of we in een sequel van "My Big Fat Greek Wedding" beland waren! Veel Grieken, maar ook veel warmte en gezelligheid, nog meer eten en goeie gesprekken!

Vervolgens zwaaiden we Eef uit op de luchthaven en trokken we weer met z'n tweetjes verder naar onze Australische eindbestemming: Sydney.

Een tweetal weken, een hoop surfsessies en een aantal kangoeroe's, slangen, dolfijnen en walvissen later, zijn we in Sydney gearriveerd.
Vanaf nu gaat al onze aandacht uit naar de verkoop van onze camper! Grondig poetsen, affiches maken en hopen op een deftig aantal geïnteresseerden.
Spannend!

Et puis: honeymoon-style op Bali! Hmmmmmmmmmm...

donderdag 20 augustus 2009

Outback

Australie. Het is me wat. Hier in het midden van het land werd het contact met de aboriginals onvermijdelijk. Hoe onherbergzamer de streek, hoe meer aboriginals we tegenkomen. Het probleem van de Australische cultuur ontwond zich langzaam en werd ons alsmaar duidelijker. De spanning tussen de "originals" en de blanke Europeanen
is groot, en misschien enkel echt te begrijpen als ge betrokken partij zijt.
Het is een feit dat de aboriginals zich heel moeilijk "aanpassen" aan de cultuur van de settlers. Dit uit zich in slechte persoonlijke hygiene, een hangcultuur om u tegen te zeggen, alcoholisme, het snuiven van benzine,... Kortom in het leven aan de rand van de maatschappij middenin die maatschappij. In en rond Uluru zijn de naftpompen op slot en krijg je alleen maar alcohol op vertoon van een speciale toeristenkaart. De "echte" Australiers vinden de aboriginals profiteurs, cultuurbarbaren, genetisch defect en inferieur. De dorpen die hoogdzakelijk bestaan uit zwarten zijn vervallen en voelen aan als de derde wereld. Hoe is het zover kunnen komen, vragen we ons af? Een cultuur die al duizenden jaren het wiel had uitgevonden verwacht dat een volk dat nauwelijks sedimentair was probleemloos alles overneemt?
Nog nooit hebben we zoveel structurele ongelijkheid gezien, zoveel ingebakken racisme. En het moet gezegd, ik zou zelf niet in 1 van de dorpen willen wonen. Ons eerste contact met de rondhangende aboriginals bracht een klein cultuurshockske teweeg, maar vooral veel vragen. Ze hebben alles van de aboriginals afgepakt en het is voor die mensen nu onmogelijk geworden om het gat tussen hun cultuur en de
verwachtingen van de onderdanen van de Queen of England te vullen.
Heel bizar en ontzettend bevreemdend.
Tijdens ons bezoek aan Uluru werden we geconfronteerd met het gebrek aan respect voor de Aboriginals en hun overtuiging. Uluru is voor hun een heilige plek en ze vragen om de rots respectvol te bezoeken en niet te beklimmen. Gevolg: massa's Australiers komen naar Uluru, precies om de "climb" te doen. Met hordes schuifelen ze naar boven, ook al staat er aan de voet van de berg een gigantisch bord met de
vraag om alstublieft niet naar boven te klimmen, en ook al hebben al tientallen mensen het leven verloren tijdens die tocht. Absurd.

Uluru zorgde voor een verrassing. Bij het manoevreren op de parking van een tankstation reed Jesse bijna een blanke man van zijn sokken.
Bij nader inspectie bleek deze man een bekende... Hij dook de toiletten in en in afwachting van zijn ontlaste terugkeer vormden we de haag. Het duurde even vooraleer deze man opnieuw verscheen. De spanning steeg: was hij het werkelijk?
En jawel, hij was het! Jesse stormde op hem af en onze premier (!) ( wij mogen hem intussen Herman noemen) begroette ons met de woorden: " aha, Limburgers!" Hij gaf eveneens te kennen dat hij aan de reizende Walen zijn identiteit niet onthuld. Eef, de Nederlandse, had meer geluk en zij mocht mee op de foto. Vooral Geertrui, onze first lady, werd zeer sympathiek bevonden.

Na Uluru bracht een rit van 800 km ons in het eerste "beschaafde" dorp, in het letterlijke hol van de blanke man, Coober Pedy. In Coober Pedy zijn de weersomstandigheden zo extreem dat de mensen er onder de grond zijn gaan wonen. Met dat weer werden we dan ook onmiddellijk geconfronteerd in de vorm van een fikse desert storm. Het zand vloog ons rond de oren en het kostte enige moeite om Eef haar tent recht te houden. Na al die nachten in de Outback dachten we onze buikjes rond
te smullen bij Tom & Mary, de lokale Griek. Het restaurant was erg in trek bij de lokale opal- diggers, maar wij waren toch van mening dat de kok eens een bezoek moet brengen aan onze Kapelstraat... Coober Pedy deed zijn naam van " hol " alle eer aan: er was geen hol te beleven...

vrijdag 31 juli 2009

Back in Oz

Na 5 dagen rijden door de Australische Outback, kunnen we erover meespreken: Australië is een gigantisch land!!!

De Outback op zich verrast ons een beetje: het is inderdaad enorm desolaat en er is geen hol te beleven, maar we kunnen niet zeggen dat we de enigen zijn die eens door de middle of nowhere willen cruisen. We delen de "road to nowhere" voornamelijk met de grijze golf: de Australische pensionnees weten bij god hoe ze van het leven moeten genieten: de gemiddelde Australiër die we hier tegenkomen is er voor
maanden of zelfs jaren op uit. Hupsakee.
Een kleine zelf-geïnduceerde studie heeft uitgewezen dat we statistisch gezien een 40-tal tegenliggers mogen begroeten per 100 km. Dat valt dus reuze mee in termen van "er is geen kat te zien".
Verder hebben we de afgelopen 3000 km al meer fietsers gezien dan alle voorgaande kms in Australie. Ik geloof dat ik officieel zot zou worden als ik de leegte van de Outback zou moeten doorkruisen op mijn velooke.
Het landschap is ongelooflijk uitgestrekt, maar toch is het groener en gevarieerder dan verwacht. Pas op, het is veel rechtdoor en heel eentonig soms, maar we verbazen er ons vaak over hoe prachtig die uitgestrekte taferelen zijn. En we staan versteld over het aantal vogels dat hier leeft. Allerlei soorten papegaaien en roofvogels, echt massa's.
Het contrast met Japan is dus heel erg groot. Van de immense drukte naar de intense leegte. We worden er allebei zowaar een beetje rustig van.
Zalig.

Intussen zijn we in Darwin, waar Eefje binnen enkele dagen aankomt om met ons mee te reizen. Zo worden onze laatste weken nieuw leven ingeblazen door vers reisbloed! We kijken er naar uit!

zondag 19 juli 2009

We ♥ Tokyo


Amai, de tijd vliegt... Onze 5e etappe zit er bijna op.

Onze indruk van Japan is moeilijk te verwoorden. Het is een maf land, vol tegenstellingen, waar "overconsumptie" en "zen" hand in hand gaan...
De Japanners zijn harde werkers: Shoko en Meg werken elke dag 12 tot 16 uur. 's Avonds om 22u thuiskomen om 's morgens rond 6 opnieuw te vertrekken, dat is hier de norm. Alle winkels zijn 7 op 7 geopend tot 20 of zelfs 22u, de werkmannen moeten ook op zaterdag naar den bouw, veel gepensioneerden gaan nog 3 dagen per week werken,...
De Japanners schijnen te leven om te werken, het is een gedisciplineerd volk.
Maar voor al die discipline moet er zelfs in Japan tegengewicht bestaan: iedere stad is doordrenkt van "entertainment"-mogelijkheden. Karaoke, Maid-cafe's, Pachinko en slots, prostitutie a volonte, lunaparken, "Hello Kitty" mania, "Snoopy" mania, gigantische shoppings,...
Pachinko is een soort gok-machine, waarbij ge ballekes door 1 bepaald gaatje moet proberen te doen vallen, waardoor ge meer ballekes wint. Iedere stad heeft talloze pachinko-hallen. Als de schuifdeuren van zo'n hal zich openen wordt ge verwelkomd door een oorverdovend lawaai en een dikke walm sigarettenrook. Rijen gokautomaten volgen elkaar op, met daarachter mensen die ineengezakt als zombies naar dat ene gaatje staren waar de balletjes doorheen moeten. Indrukwekkend en bevreemdend.

De arbeidsethiek van de Japanners heeft mij echt geschokt: iedere dag meer dan 12 uur kloppen en nooit meer dan 3 vakantiedagen aaneensluitend mogen opnemen, een mens zou voor minder depressief worden. Ge hoort ook opperbest op uw werk te verschijnen: zelfs meisjes die bvb in een call-center werken (en de hele dag geen klant zien) moeten zich opmaken (minimum lipstick en oogschaduw+mascara).

Maar los daarvan is Japan een consumenten-hemel. Als ge geld te spenderen hebt is Tokyo the place to be. Ik vraag me af of de grote labels ergens betere business doen dan in Japan. Ze zijn hier gek van merken en namen. Ik heb nog nooit zoveel winkels van Louis Vuitton gezien. Noteer: geen enkele aan de binnenkant :-(
En de schoenen, tja, ik heb spijt dat ik al die mooie schoenen moet achterlaten...

Het manga-district, Akihabara, hebben we uiteindelijk 2 keer bezocht. ik vind het begrijpelijk waarom de manga en de anime zo boeit: mooie personages met speciale krachten, het is een droomwereld waar Harry Potter een puntje aan kan zuigen! Volwassen mannen schuimen de manga-winkels af op zoek naar hun favoriete manga-doll, liefst in een special edition. Maar ook de manga heeft zijn scherpe kantjes: als ge afdaalt naar de kelder van de winkels, ontpoppen de lieflijke personages zich in wulpse, rondborstige prooien voor de "Otaku". Manga-porno in overvloed!!!
We ontdekten in Akihabara ook een gigantische sex-shop, en ook daar bleek de Japanse drang naar extremen.
Neukpoppen (sorry, ik vond geen smakelijker woord) in de vorm van 10-jarige meisjes (kinder-ondergoed en alles), een massa kunst-anussen (die opengesneden tentoongesteld worden om aan te tonen dat ze de anatomie van een achte anus annex darm benaderen), een massa kunst-vagina's, strap-ons (penissen die ge aan u kunt binden als ge der zelf gene hebt, of als die van u niet volstaat, of als dat gewoon uw ding is), gagballs in alle maten en kleuren, bondage materiaal (interessant om uw sjortechtniek te oefenen), jumbo dildo's (waar zelfs de aanhangsters van "size does matter" zich niet aan zouden wagen), elektrische rukmachines (compleet met mechanische hand), ruk-handschoenen (speciaal voor de man ontworpen die tijdens het masturberen in de waan wil blijven dat hij bediend wordt door een vrouwenhand: de ruk-handschoen kunt ge optioneel verder uitbreiden met kunstnagels, om het net dat tikkelte extra realiteit te geven ;-)). En dan waren er natuurlijk ganse kamers vol kostuumpjes: heel veel dienstmeisjes (cfr de maid-cafe's) maar ook veel high school grils, verpleegstertjes (ze hebben ook een ruime keuze aan stethoscopen en spuiten in allerlei maten) en SS uniformen, en ga zo maar door...
De wondere wereld van de seks shop. Die van Sluis moeten hier hunne mosterd komen halen. ;-)

Aaaaanyway, Japan is een aanrader, maar zie wel dat ge uwe portefeuille bij hebt!!!

donderdag 9 juli 2009

love is in the air


Na ons vorig berichtje, ging de reis naar Nara, waar we Meg ontmoetten. Het was een fijn weerzien en na een tour van de stad gingen we mee naar haar ouderlijk huis, om haar moeder en grootmoeder te leren kennen. De rit naar huis ("I live very close to Nara") duurde meer dan een uur en ging van begin tot einde door piepkleine straatjes, waar er constant gestopt moest worden om de tegenligger door te laten. De huizen stonden er enorm kort op elkaar, maar af en toe was men er toch in geslaagd om er een rijstveldje tussen te planten.
Megs moeder had voor de gelegenheid niet een, maar wel 6 gerechten bereid. Zowat de hele Japanse keuken stond op het menu! Het gezin stond erop dat we de Japanse natto probeerden: een plakboel gefermenteerde sojabonen gemengd met een tikje mosterd en een scheutje sojasaus. Afschuwelijk (en de meeste Japanners delen die mening)!

Ondertussen zijn we aangekomen in Osaka.
Omdat het internet in Japan overal gratis is, had ik tijd genoeg om een goeie hotel-deal in Osaka te zoeken. Na een hele avond internetten kwam ik uit bij een onlangs gerenoveerd hotelletje waar een double room nog minder kostte dan in een doordeweeks hostel. De foto's zagen er OK uit, dus niets hield ons tegen om een kametje te reserveren.
Aangekomen in Osaka kwamen we er al gauw achter wat er mis was: het hotel bleek midden in het love-district te liggen, de rosse buurt van Osaka. Ons kamertje wordt op andere dagen voor 15 euro per uur verhuurd aan een hitsige Japanner en zijn dame van lichte zeden. Het was even slikken (en nee, niet letterlijk ;-)), maar ja: het was goedkoop, proper en vlak bij het metro en station... Gelukkig zijn er nog veel westerse toeristen in dezelfde val gelopen! Maar al bij al valt het nog mee.

Osaka zelf heeft ons niet echt kunnen bekoren: veel grijze stad en de hitte is hier niet te keren. Om 9u 's morgens stond de thermometer al op 31 graden. En de lucht is ernorm vochtig, dus het valt niet mee om te slapen 's nachts (de airco blaast volle bak in ons gezicht dus die kunnen we 's nachts niet aanzetten).

Morgen treinen we naar Hiroshima, waar de eerste atoombom werd gegooid tijdens WOII.
Daar logeren we opnieuw in een hostel. ;-)

zondag 5 juli 2009

Japan...


Het heeft een week geduurd voor we beseften dat we onze blog serieus aan het verwaarlozen zijn. Schande!

Een week blijkt voldoende om een indruk te krijgen van dit echt wel vreemde land, maar het is zeker niet genoeg om de cultuur te vatten. Elke dag zijn we meermaals onder de indruk van de grote verschillen en staan we op de hoek van de straat in onze haren te krabben, omdat we geen idee hebben wie, wat, waar en hoe!

Enkele voorbeelden:
De toiletten zijn voorzien van een "namaak-doorspoel-geluidssysteem" dat ge blijkbaar moet gebruiken als uw WC-bezoek meer lawaai maakt dan gehoopt. Naar het schijnt liepen de waterfacturen in Japan erg hoog op: om andere WC-gangers het geluid van scheetjes en diarree allerhande te besparen werd er namelijk ijverig gesjast. Daarom zijn de meeste toiletten nu uitgerust met een soundsystem. Cool! De toiletbril is tevens voorverwarmd en een sproeisysteem kan uw poepke langs alle kanten schoonsproeien (tot op heden nog niet getest).

De zoektocht naar eten verliep in het begin ook niet al te vlot. Veel restaurantjes proberen inkijk te beperken, waardoor ge geen idee hebt wat er achter de reeks deuren en gordijnen op u wacht. De menu's zijn vaak enkel in het Japans opgesteld, wat de keuze niet bepaald vergemakkelijkt! Andere restaurants hebben dan weer een gigantische etalage met daarin een plastieken versie van alle gerechten die er geserveerd worden. Dus vaak lopen we met de serveerster eventjes naar buiten om aan te wijzen wat ons lekker lijkt. Zelfs dan is het vaak een wilde gok: tofu in alle kleuren en texturen, en een bouillon die uit zwanworstjes getrokken lijkt!!! En hoewel de macrobiotiek zijn oorsprong vond in Japan is het niet evident om vegetarisch eten te vinden. Een heel avontuur. Maar we worden er steeds beter in.

Een groot gigantisch ongelooflijk voordeel: hier in Japan is iedere schoen verkrijgbaar in maatje 35!!! Halleluja! Voor mij is dit land de schoenenhemel! Zelfs ons mama (met haar 33-34ske) zou alle schoenen hier niet gepast kunnen krijgen! Laat staan gekocht...

Nog een vreemd gegeven: iedereen, jong en oud, verplaatst zich hier met de fiets. Hoe ongelooflijk druk de steden ook mogen zijn: de fietsers fietsen er overal lustig op los. Op de stoep, straat of in de goot, Japan lijkt Leuven wel: alle straten lopen over van de geparkeerde fietsen. ;-)

Tokyo en Kyoto hebben we al achter de rug, en morgen gaat de reis naar Nara, waar we zullen logeren bij Meg, een Japanse die we in NZ leerden kennen, en haar familie. Dat zal ons hopelijk wat meer inzicht in de Japanse cultuur geven.

Waarschijnlijk gaan we de familie Shina en Shoko ook opnieuw ontmoeten! (in 1998 nam ik deel aan een uitwisseling met het Japanse Itami, ik was te gast bij de familie Shina en daarna kwam Shoko 2 weken in de Rietstraat logeren)
Spannend!
We hopen echt wel op wat contact met de locals, want de Japanners hebben een vrij gelsoten cultuur en het is niet makkelijk om contacten te leggen als ge geen aanknopingspunt hebt. De taalbarrière is ook erg groot: de meeste Japanners spreken enkel Japans.

Het is moeilijk te omschrijven wat Japan met ons doet. Het land werkt bevreemdend: de moderne uitstraling geeft op het eerste zicht een Westerse indruk, maar na 2 minuten beseffen we al te vaak dat we ons vergist hebben...
Heel apart.
Onze zintuigen worden er wakker van.

Tot de volgende!

woensdag 24 juni 2009

Afscheid voor 3 maandjes

Het is niet te geloven dat de tijd tegelijk zo traag en zo snel voorbij kan gaan. We hebben zolang naar de vakantie met mama en papa uitgekeken en nu zitten ze al op de terugreis naar ons Belgiekske... Iedereen weet dat ik een mamaskindje EN een papaskindje ben, dus mijn traantjes hebben hevig gevloied na het afscheid. Achterblijven voelt toch anders dan vertrekken.

Hun verblijf hier in Australie is voor ons ook echt "vakantie" geworden: de ene wandeling of uitstap volgde de andere op. De lijst van "wildlife" dat we tijdens die avonturen zijn tegengekomen is groot. Wallabies, zeeschildpadden, dolfijnen, krokodillen, allerlei vreemde vogels (ik heb er zelfs eentje van de dood proberen te redden), een slang, een muskusrat-kangoeroe (gespot door papa!), een haai(!),...
Noordelijk Queensland is ook het thuisfront van de cassowaries: emu-achtige loopvogels met een zwart lijf, helblauw-rode hals, turqoizen kop en een hoornachtige kam. In hun natuurlijke habitat, Mission Beach, deden we elke mogelijke wandeling door het regenwoud om deze loopvogels te ontmoeten, maar alles wat we zagen was hopen cassowarie-str...! Toen we het, allemaal enkele bloedzuigers rijker, dan maar voor bekeken hielden en verder reden naar onze volgende bestemming, kwamen we er opeens 3 tegen in het midden van de straat! Het fototoestel konden we niet meer op tijd bovenhalen om een deftig kiekje te nemen. Jammer!

Tijdens 1 van onze laatste uitstappen gingen we naar het Great Barrier Reef om te snorkelen. Wekenlang had mama zich afgevraagd of ze dat wel zou durven, zo in open zee zwemmen... Bij onze eerste stop in Green Island lieten mama en papa zich al volledig gaan: zonder zwemvest snorkelden ze daar tot aan het rif! Papa zag er zelfs een zeeschildpad! Bij het outer reef, waar het rif mooier en groter is, trokken ze het zwemvest aan en snorkelden ze lustig op volle (maar uiteraard kalme) zee! Vooral mama had de smaak goed te pakken en zwom onverschrokken in de richting van een haai!
Op het eind van de dag haalde een helicopter ons op, we waren precies VIPs! Toen de safety-briefing begon sloeg de schrik mama al om het hart! Dus toen onze piloot GPS-signaal verloor en duidelijk liet blijken dat er iets mis was, weerklonken de woorden: Jezus Maria Jozef! Gelukkig was er niets aan de hand en stonden we 15 minuten later met al ons voetjes op de grond. Het zicht uit de helicopter was echt fantastisch mooi.

En nu zit ons groot bezoek er dus op en moeten we voorlopig weer alleen verder.
Maar nu zal het gemis zo lang niet meer duren...

zaterdag 13 juni 2009

Le Beaujoulais Nouveau est arrive!


Na een lange stilte nemen we weer even tijd om nog eens een blogske te posten.

We gingen van de saaie, platte gold coast naar Brisbane om Aaron (een oude vriend van mijn tijd in Dublin) en zijn familie te ontmoeten. Het weerzien was bijzonder leuk: Aaron nam ons mee naar zijn "buitenverblijf" in de Australische Outback, waar Jesse zijn gang kon gaan op de quad en met kettingzagen kon spelen. De shotgun hadden ze thuisgelaten. Het werd een relaxerend weekend, met lekker eten, kampvuurtjes en marshmellows (bah!) en veel wijn.
Na 4 dagen namen we afscheid van de familie Hawke en reisden we een weekje naar de Sunshine Coast, waar we de komst van mama en papa afwachtten. Jesse haalde daar zijn surfhart op terwijl ik koala's ging spotten in het eucalyptuswoud.
In de tussentijd ontpopten we ons tot echte Australie-liefhebbers! De mensen hier zijn zo vriendelijk en relaxed, en de stranden zijn zo mooi dat het ons bijna goesting geeft om hier te komen wonen.
De zaterdag daarna gingen we terug naar Brisbane om mama en papa op te halen op de luchthaven van Brisbane.
De reunie met ma en pa Goovaerts was na 222 dagen en nachten natuurlijk fantastisch en werd dan ook gevierd met de comsumptie van enkele goede flessen Australische wijn! Na de lange reis met zeer weinig beenruimte (en de vlucht die ze gemist hadden in Sydney omwille van de strenge douanecontrole) waren ze geradbraakt en hadden ze wel een alcoholisch verzetje verdiend!
's Maandags haalden we mams en paps hun camper op: een spannend moment voor de hele familie! Papa had even moeite met het vinden van de 2e versnelling en mama had last met het vinden van de klep van het chemisch toilet, maar al bij al moeten ze toegeven dat het kampeerdersleven hun toch goed bevalt! Hallelujah! Ons moeder is alleen een beetje teleurgesteld in de koude avonden: ze had gehoopt om elke dag tot een uur of tien buiten te zitten. Een van de voorbije nachten daalde het kwik echter tot een pover graadje en een half, dus ge kunt u wel voorstellen dat we 's avonds noodgedwongen lekker dicht bij elkaar kruipen in de camper.
De voorbije week spotten we koala's, hagedissen, tientallen dolfijnen, reuzeschildpadden en 1 teek. Die laatste hebben we professioneel van Jesse zijn prachtige torso verwijderd, gelukkig was ze nog maar heel erg klein.
Ondertussen rijdt papa als een volleerde buschauffeur met zijn gigantische camper over de Australische Bruce Highway en staan er al meer dan 700 kilometers op de teller...

Op naar de 1700!

donderdag 21 mei 2009

Byron Cyclone Bay

Regen, regen en nog eens regen. Dat is het thema van de week. We hebben zolang uitgekeken naar Byron Bay, we arriveren, en lap: het is al direct koekenbak tussen ons en het weer! Er woedt hier een serieuze cycloon en dat is niet alleen te merken aan het weer, maar ook aan ons humeur! Om u een beeld te geven: de straten liggen bezaaid met takken en aan de rand van de weg zijn er plassen ontstaan die op vijvers lijken... (denk vijver bij nonkel Michel) In bijna iedere straat liggen er omgewaaide bomen (we hebben zelfs een platgestoempte auto langs de weg zien staan) of naar beneden gevallen elektriciteitskabels en de afgelopen 30 uur heeft het aan 1 stuk door gegoten!!! De staat Queensland heeft in 24 van die 30 uur 1/3e van de jaarlijkse hoeveelheid neerslag moeten slikken, wat leidt tot overstromingen. We zitten dus letterlijk vast in Byron Bay.
Kamperen en regenweer: geen goeie match. Alles is vochtig en hoe luxueus onze camper dan ook mag zijn: hij is niet groot genoeg om 5 dagen te schuilen voor de regen zonder lichtelijk agressief te worden!

Jesse beslist dan maar om de tijd te doden met allerlei knutselwerk: hij haalt schroevendraaier boven en begint vanalles te "repareren", sleurt me mee naar de plaatselijke variant van de gamma en discussieert daar minumum 15 minuten over het al dan niet aanschaffen van een hamer met mij EN met een winkelbediende, om daarna toch maar van de aankoop af te zien. Nieuwe aanwinsten zijn echter wel: 1 tang en 1 schroevendraaier (de eerder vernoemde schroevendraaier had hij professioneel doen doldraaien, en ja: ook ik draaide er dol van...)
Ook nog naar de bank, want een bankbediende in een klein dorpje had kosten noch moeite gespaard om ons toch nog aan bankkaarten te helpen. Delivery deze keer niet op een "thuisadres", maar in het filiaal van Byron Bay. Hoera! Onze kaarten waren aangekomen! Trots wendden we ons tot de automaat om een nieuwe pincode te kiezen. Bij Jesse lukte dat prima, maar bij mij verliep het iets minder vlot. Machien accepteerde mijn nieuwe pin niet en na de 3e poging werd mijn kaart onverbiddelijk naar binnen gezogen! Jesse briestte gelijk ne wilde stier ("Hoe is dat nu moooogelijk?!?!?!") en vond het allemaal weer "typisch Ine" (en daar heeft hij misschien een beetje gelijk in, mijn Brusselse huisgenootjes kunnen daar zeker van getuigen). Ik was toch bijna 2 volle minuten in het bezit van die bankkaarten waarop we meer dan een maand hadden gewacht.

Byron Bay is trouwens een kuststadje met het meest Oostelijke punt van Australisch vasteland, en het is HET hipste surfoord in New South Wales. Hipste en hippie-este. Bij het binnenrijden van de stad, toen we toch een vol uur van de zon hebben mogen genieten, werd het al meteen duidelijk: backpackers met gitaren, T-shirten met als opschrift "surf is my religion" en wulpse meisjes met te weinig BH voor hun borstomtrek en massa's eelt onder hun voeten. In de supermarkt constateerden we de occasionele daklozengeur (oh wat herinner ik me mijn werk in Dublin weer goed) die niet erg succesvol werd weggemoffeld met een serieuze geut patchouli. Op straat wemelt het (onder andere) van de certain-je-ne-sais-quoi's (Franse beagles met meer haar dan kleren) en de Toyota- en Volkswagenbuskes van begin jaren '80. En volgens Jesse lopen hier dan weer veel "Snippies" rond: snobs die hier de hippie komen uithangen. U merkt: de regen maakt ons tolerant!
Wederom blijkt dat onze verwachtingen onze bevindingen benevelen: wie niks verwacht kan alleen maar aangenaam verrast worden. Deze keer stonden onze verwachtingen dus te hoog gespannen... En als het zonnetje schijnt zien hippies er waarschijnlijk niet zo sjofel uit.

We houden niet van cyclonen!

maandag 11 mei 2009

nightclubbin'

Door al het geregel hebben we niet kunnen proeven van het nachtleven in Sydney (dat is voor op het einde van de reis), dus na 3 weken Australie vonden we het hoog tijd om eens op de lappen te gaan.
Het plaatsje dat hiervoor dienst moest doen was Port Macquarie, Port voor de vrienden, een klein stadje aan de kust waar we toevallig passeerden, maar waar verder eigenlijk geen hol te zien is.

Dus op zaterdagavond trakteerden we onszelf op een romantisch diner met een flesje wijn, om daarna de lokale pub in te duiken.
In die pub was een feestje van een lokale (Si)gri(d)et die 21 werd. Het thema was "fairytale gone bad", dus er het krioelde er van de kortgerokte "prinsessen" die hun tieten, zoals Jesse het verwoordde, voor 4/5e uit hun kleedje hadden bengelen en de bloeddorstige vampieren. Het was een schoon zicht. Al snel raakten we aan de praat met de lokale jeugd en voor we het wisten waren wij, "the Belgians", eregasten op het feest.
We werden uitgenodigd om mee te kijken naar de powerpoint-presentatie over Sigrid. Tijdens die presentatie leerden we 2 dingen:
1. Sigrid heeft een 2-jarig zoontje
2. Onze Engelse spelling is beter dan die van de Portse jeugd.

Maar opgepast: de avond verliep niet zonder uitdaging. Toen we buiten een sigaretje gingen opsteken, maande de bouncer ons meteen aan van te gaan zitten. Het is verboden om buiten te staan (letterlijk staan dus) terwijl ge alcohol consumeert. It's the law. OK, dan maar zitten. Het was trouwens gezellig zitten daar buiten: er werd een schouwspel opgevoerd van strontzatte meiden die de toegang tot de pub ontzegd werd en huilende miekes wiens lief het had uitgemaakt.
Om 23u werd ons echter met aandrang gevraagd of we ons naar binnen wilden begeven. "Wie om 23u nog buiten staat (of liever: zit) te drinken/roken will be locked out of the pub, that's the law." Heu?
Tot 23u mogen we niet staan, en na 23u mogen we zelfs niet zitten??? Sorry mate, it's the law...
Geen erg, de pub bleek vrij kort daarop te sluiten en we werden uitgenodigd om mee te gaan naar "de beste club van de stad". Aan de Altitude (of upstairs, zoals onze nieuwe vrienden de club noemden) werden we uitgebreid onderworpen aan een paspoortcontrole. De bouncers bestudeerden iedereen die naar binnen wilde van kop tot teen. Gelukkig mocht Jesse deze keer wel binnen. ;-)
De Altitude bleek geen nachtclub van hoogstaande kwaliteit, zo konden we nauwelijks geloven dat er effectief Dj's aan het werk waren en was het licht in sommige zaaltjes van den disco ronduit verblindend, beetje het voetbalstadion-effect. Een pluspunt, vond Jesse, was wel dat er 3 pooltafels stonden.
De whisky-cola's gingen gemakkelijk naar binnen, en we zijn tenslotte toeristen, dus binnen de kortste keren waren bijna alle lokale fuifnummers onze nieuwe vrienden. Opeens merkte ik echter op dat ik besnuffeld werd door een labrador. WAT?! Een blinde in de zaak? Neen, niets bleek minder waar. Jesse en ik vielen bijna omver toen we constateerden dat er een volledige brigade compleet met drugshond de ronde aan het doen was, IN de zaak! Stel u dat voor?!? We konden het niet geloven! De Portse jeugd reageerde hier nauwelijks op, maar wij waren in shock. De drugshond in de discotheek: het is hier de normaalste zaak. Jawadde.
Om onze verbazing weg te spoelen baanden we onze weg naar de toog, om aldaar tot de volgende ontdekking te komen: ieder uur wordt er 10 minuten geen alcohol verkocht. Dat geeft de mensen de kans om te ontnuchteren. And it's the law. Ontnuchteren my ass! Hallelujah!
Er was niks aan te doen: 10 minuten gewacht, en in plaats van ontnuchtering werden wij net op dat moment een gevoel van dronkenschap gewaar, en dat betekende in dit geval: op naar de dansvloer! Enthousiast begonnen we onze lichamen in het rond te shaken. Maar neen, niet voor lang: want binnen de 2 minuten werden we omsingeld door de mannen van de security: geen drankjes op de dansvloer! It's not the law, it's Altitude policy. Op stap in New South Wales: het bleek warempel geen gemakkelijke opdracht! Ze moeten hier flyers uitdelen met de uitgaansregels nondedorie! De locals vuurden dan ook allerlei vragen op ons af over het nachtleven in Belgie. Ze kunnen hier niet geloven hoe liberaal onze uitgaans-wetten zijn. Ze zijn ook allemaal van mening dat zij, Australiërs, een drankprobleem hebben en dat ze al die nutteloze wetten echt wel nodig hebben om grote problemen te vermijden. Wij vroegen ons af wat er eerst was: grote problemen owv alcohol of restrictieve wetten, een beetje een de- kip-of-het-ei-kwestie dus.
Om 3u30 stonden we met z'n allen vrolijk op straat. Dat is het uur waarop het nachtleven hier onverbiddelijk stopt. De McDonalds daarentegen is wel 24 op 24 open...

Toch blij dat wij:
goed bier hebben
niet besnuffeld worden
en pas om 6u 's morgens op eigen initiatief de bedstee opzoeken...

maandag 4 mei 2009

On the road again


Voila se, alweer een week verder.

Jesse is van mening dat het volgende verhaal ons te ver van de essentie drijft, maar ik vertel het lekker toch: Omdat we tot eind september in Australie blijven hebben we hier een bankrekening geopend: het leek ons iets handiger om alles met Eftpos te betalen, de Ozzie equivalent van onze bancontact, maar dan beter. Het zou allemaal heel makkelijk zijn want we zouden ongeveer 3 tot 5 dagen op onze bankkaarten moeten wachten. Niet dus: blijkbaar is het toekomen van uw bankkaart hier net zoals met loterij spelen: ge hebt een kleine kans dat uw bankkaart effectief afgeleverd wordt. Nadat we 45 keer van het kastje naar de muur gestuurd werden, zowel in het hotel waar de kaarten moesten toekomen, als in de bank waar de kaarten verstuurd werden, besloten we om onze reis dan maar "kaartloos" aan te vatten.

Eerst moesten we onze garderobe een beetje opfrissen (6 maanden in dezelfde kleren rondlopen: het is een opdracht en Jesse zijn ENIGE jeans die hij heeft meegebracht valt bijna uit elkaar) en vervolgens bezochten we enkele stranden in de buurt van Sydney, waar Jesse zijn ding kon doen.

Daarna reden we naar de Blue Mountains, trokken we onze wandelschoenen opnieuw aan en waren we klaar om echte bushwalkers te worden! De "bush", die deel uitmaakt van de Blue Mountains herbergt wederom heel wat wildlife, waaronder heel wat vogels. We staan verstomd van de papegaaien die hier weelderig rondfladderen en wanen ons af en toe in een voliere! Niet normaal!
De ornitoloog in Jesse komt bijgevolg weer boven en hij ligt geregeld op de loer achter een of andere struik om een kiekje van een vogel te nemen. De mannen van In De Gloria zouden er een vette kluif aan hebben! ;-)
Enfin, kilo-meters wandelen en het afdalen van een 1000-trappige-stairway leverden mij massa's spierpijn op! Au! Tot groot jolijt van Jesse uiteraard, die na al die kilometers geen enkele spier in zijn lichaam voelde vertrekken. Ik daarentegen kon er nog amper 1 bewegen...

Hoe is het weer? Wel, het weer kwakkelt een beetje: we gaan van zonnige naar wisselvallige dagen, maar vooral de nachten zijn soms super-koud! We hebben het al maanden niet meer zo koud gehad! Ik heb zelfs een warmwaterkruikske moeten kopen om de nacht door te komen. We zijn dus van plan om in een ijl tempo naar het noorden te rijden, waar we toch warm weer verwachten.
Omdat het bijna winter is, zijn de dagen ook erg kort: om 17u15 gaat het zonnetje onder. Oppassen dus, want als het donker wordt gaan de kangoeroes op "jacht", waardoor de kans dat ge der ene tegen uw bumper plakt best reeel is. En dat is erg voor de kangoeroe, maar ook voor onze investering in onze schitterende camper. Want kangoeroe's zijn gigantische beesten en er eentje aanrijden betekent perte totale!
Bon, we hebben nog geen enkele kangoeroe gespot, maar Jesse heeft wel al een verse kangoeroe-steak verorberd, waarvoor ik hem nogmaals wil bedanken, want hij stond erop om de keuken van onze luxueuze camper in te wijden met het bakken van dat lekker stukske vlees, en die geur hangt nu nog in mijne pyjama, en in al de rest van onze camper for that matter! Yummie, vooral zalig als ge vers uit de douche stapt en uw zachte, pas gewassen handdoek in uw gezichtje duwt. The smell of gebraden kangoeroe is werkelijk delicious! (niet dus)
Ach ja, dat weten we dan ook alweer.


Ah, voor ik het vergeet: we hebben iets nieuws ontdekt: podcasts! Af en toe halen we de podcasts van "Tomas staat op" of "Studio Podcast" van het net. Dat doet de volgende vragen rijzen:
-what de f*ck is Jean Marie Dedecker zijn probleem?!
-Wie is Jasper Erckens?
-Waarom wil iedereen opeens weer slager worden?
-Luistert er iemand naar die nieuwe zender eminem? En heeft den echte Eminem iets met die zender te maken?
-Gaat K3 splitten? Ach nee, eigenlijk interesseert dat ons geen ene reet!
-Wie komt er allemaal naar Pukkelpop?!? (en nee, ik bedoel niet "wie gaat er allemaal naar Pukkelpop?")

We zullen het maar toegeven: we missen ons Belgiekske een beetje...

vrijdag 24 april 2009

Van van van

Hier zijn we dan, over de helft van onze reis, in Sydney, Australië.

Sydney is een coole stad: veel winkels, restaurantjes, koffiezaakjes, wolkenkrabbers,... De stad heeft ook een monorail, een soort bovengrondse metro op 1 rail (jaja: mono-rail), die er heel futuristisch uitziet. Het is een hele grote stad, maar toch is alles goed te voet te doen, omwille van de vele under- of overpasses die er aangelegd zijn. Ge merkt dat Sydney een jonge stad is, en dat de ingenieurs goed hebben nagedacht over de layout ervan. Het bevalt ons hier.
Het contrast met bvb Bolivia is wel heel erg groot. Hier draait werkelijk alles om consumeren, ge kunt geen straat inkijken of er is een Starbucks, MacDonalds of alletwee. Op iedere hoek is er wel een foodcourt, waar ge de keus hebt uit 50 verschillende soorten eten, en waar ge 's middags over de koppen kunt lopen.
De sushi-gekte aan deze kant van de wereld heeft zich in 1 van die foodcourts ook van mij meester gemaakt. Jesse blijft nog steeds sceptisch (hij lust het gewoon niet), maar ik ben fan. Dat belooft voor Japan!

Ons weekske Sydney had slechts 1 doel: een busje vinden om het land mee rond te reizen.
We stortten ons dus op alle notice-boards, internet-auto-verkoop-sites en carmarkets die we konden vinden. De prijzen swingen hier de pan uit: sommige backpackers durven bvb 7000$ vragen voor een gammel buske van '86. Echt niet normaal! Uiteindelijk viel ons oog op een iets duurder buske, van '99 dat ongeveer 2x zo groot is dan ons roodkapje in NZ. Jesse zag het onmiddellijk helemaal zitten: hij wil Australië bezoeken in stijl! En zo zal het geschieden: we hebben de witte Toyota HiAce gekocht en zondag vertrekken we op tour! Spannend!
We zijn supercontent met onze beslissing, het buske ziet er echt goed uit en heeft airco, een frigo, een watertank, een fornuis, massa's opbergruimte, een grote tafel met banken (converteerbaar in een bed),... En het bed is lekker breed! We krijgen er 2 snorkels bij, een volleybal (eindelijk!), frisbee, klapstoeltjes, 2 ventilatoren, een grote partytent die we aan de bus kunnen vastmaken,... Het zal bijna luxueuzer worden dan ons appartement, lord knows dat het bijna even groot is! ;-)
Enfin, we zijn enthousiast, hopelijk blijft dat zo tot na de verkoop! Maar dat zijn zorgen voor later.

We zien het alvast volledig zitten!

zaterdag 18 april 2009

Australia!

Snelle tussenstop in NZ. We zijn intussen al halfweg.
Morgen vliegen we naar Sydney, waar bijna 20 weken Australië op ons wachten...
Na 11 weken onderbreken we onze Australische rondreis voor een maandje Japan.
Daarna vliegen we terug naar Cairns en hebben we 10 weken de tijd om terug in Sydney uit te komen.

Onze trip naar Zuid-Amerika was echt de moeite. Veel te kort (ik geloof dat ge u daar alleen al een gans jaar kunt bezig houden), maar echt fijn!
Alweer enkele onvergetelijke ontmoetingen en prachtige herinneringen rijker.

We zijn er klaar voor:
Australia!

woensdag 8 april 2009

Uyuni


Wauw, zoals beloofd, een positief bericht deze keer.
We hebben een geweldige week achter de rug. We hebben zoveel gedaan en gezien dat het moeilijk is om het hier allemaal onder woorden te brengen... Maar ik zal mijn best doen.
In Cafayate logeerden we in een hostel van 2 broers en hun gezin. Samen met Walter, een van de twee broers, deden we een tour van de Quebrada van Cafayate. Hij nam ons mee in zijn ouwe Peugot 504, naar de plekjes waar niet zoveel toeristen komen: de bergen in de omgeving hadden bijna alle kleuren van de regenboog, echt letterlijk. En opeens had ik spijt dat ik niet beter had opgelet tijdens de lessen aardrijkskunde, want de aardverschuivingen en platentektoniek van de streek zorgde echt voor wondermooie uitzichten.

Na Cafayate ging de reis naar Tilcara, een piepklein dorpje dicht bij de grens met Bolivië. Het noorden van Argentinië beviel ons eigenlijk veel beter dan het Zuiden: daar kregen we pas echt het gevoel dat we in Zuid-Amerika waren: mañana, mañana... en dan nog.

Na Tilcara waren we voldoende uitgerust om nog eens een oneindige bus- en treinrit te ondergaan, deze keer richting Bolivië. We konden Bolivië immers bijna proeven in Tilcara, en het leek ons een niet-te-missen bestemming, ook al hadden we maar tijd voor een blitzbezoek...
Dus ´s morgens de bus op naar de Boliviaanse grens; 500 meter wandelen naar de grensovergang; stempeltje in ons paspoort en grens oversteken; taxi in naar het station en hop; de trein op naar Uyuni. De reis bracht ons in 14 uur van 2460 meter naar 3670 meter hoogte, dus het was oppassen voor de hoogteziekte. In de trein viel een andere toerist al in zwijm, dus we waren allebei toch een heel klein beetje op onze hoede voor wat komen zou.
In Uyuni zochten vertrokken we de volgende ochtend op een driedaagse tour met 4x4 doorheen vulkanisch gebied, om uiteindelijk aan te komen bij de Chileense grens.
De tour was echt SUPER. De chaffeur bracht ons naar de grootste zoutvlakte ter wereld. De vlakte was duizende jaren geleden een gigantsch meer, dus de eilanden die er toen in dat meer lagen, staan nu gewoon op de zoutvlakte: echt een maf zicht.
De rest van de dreidaagse brachten we door tussen de 4200 en de 5000 meter, en we waren niet voor niets beducht geweest. Zulke hoogtes zijn een heel aparte ervaring: barstende koppijn wordt er afgewisseld met hartkloppingen na het zetten van 5 stappen, maar gelukkig kreeg niemand in onze jeep er al te erg last van.
De volgende dagen zagen we een hoop vulkanen en meren met de zotste kleuren. En massa´s flamingo´s!!
Bij een van de meren hebben we ons trouwens dood kunnen ergeren aan den "toerist". Een meisje wilde the moneyshot van haar prachtige zelve met de voetjes in het ondiepe meer, en de flamingo´s op de achtergrond. Een beetje met de voetjes in het meer was niet ver genoeg, ze wilde dichter, en dichter, en dichter bij de flamingo´s. In een mum van tijd zakte ze tot over haar middel in het drijfzand! Haar vriendinnen vonden het allemaal hilarisch. De locals vonden het iets minder grappig. 5 Boliviaanse mannen moesten haar met een touw uit het drijfzand trekken. Terwijl deze film zich voor hun ogen afspeelde, ondernamen vader en 5-jarige zoon ook een poging om het water over te steken richting achterliggende zoutvlakte, wat dan weer gepaard ging met luid gegil van Boliviaanse vrouwen: "Niet doen, jullie kunnen sterven in dat drijfzand"... Some people!
De rit naar de Refugio waar we overnachtten, bracht ons weer door het meest bizarre en diverse landschap dat ik ooit gezien heb.

De laatste dag keken we naar de zonsopgang op een geiser-plateau op maar liefst 4970 meter hoogte! Wat een ervaring, amai amai. Een van de geisers spoot wel 10 meter hoog! De geisers lagen in krater-achtige omgeving, en de sulfergeur riep Nieuw-Zeelandse herinneringen op. Echt jammer dat ik niet beter heb opgelet in de Aardrijkskundeles. Het landschap tijdens de rit die volgde kan ik niet onder woorden brengen, zo mooi. Ik zou zeggen: allen daarheen, maar opgepast voor het drijfzand!
Rond de middag dropte Christoph, onze chauffeur, ons aan de Chileense grens, waar er alweer een bus (jeuj) stond te wachten om ons naar San Pedro de Atacama te brengen.

Terug in Chili dus, maar we hebben spijt dat we niet meer van Bolivië konden zien.

De komende dagen ronden we onze Zuid-Amerikaanse trip een beetje af en reizen we terug naar Santiago. En dan is het alweer tijd voor de volgende etappe!

De tijd vliegt!

woensdag 1 april 2009

4-0!

Onze laatste dag in BA werd een bewogen dag.
Eerst was er de match Argetinië - Venezuela. Omdat we te lang getwijfeld hadden over het al dan niet bijwonen van de match, moesten we ´s avonds aan de overkant van de straat overnachten: dat van ons zat vol... Geen probleem.
Een bus pikt ons omstreeks 15u op in het hostel. Onze eerste stop was La Boca, de wijk van de beruchte voetbalploeg Boca Juniors, alwaar we pizza gingen eten en bier gingen drinken om in de stemming te komen. De man die de "voetbaltour" begeleidde bleek een local, dus het bier vloeide rijkelijk.
Daarna op naar het stadion. De busrit naar "El Monumental", het stadion van River Plate, leidde ons langs de mooie en minder mooie plekken van BA. Ik had nooit verwacht om in zo´n mondaine stad zoveel straatkinderen te zien. Aangekomen bij het stadion, luidde de woorden van het meisje met de tickets als volgt: "Luister. We wonen de match bij in het ´levendige´gedeelte van het stadion. Maradonna zijn hart gaat uit naar Boca Jrs, en hij heeft hen uitgenodigd in de thuisbasis van River Plate (de aartsvijanden van Boca Jrs). We zullen dus tussen de hooligans zitten vanavond." Ok...
Het kwam er op neer dat we plaatsjes kregen achter een massa prikkeldraad, helemaal bovenaan, achter de goal. Het wer al snel duidelijk dat onze "begeleider" gene gewone was, want hij maakte er een sport van om zijn litteken, dat reikte van keel tot schaamhaar, veelvuldig te flashen. Het opheffen van zijn T-shirt had blijkbaar een intimiderend effect op de River Plate fans. Even later deden een aantal agenten de tour van tribune, om alle River Plate fans hun shirtje uit te laten trekken. Toen de Boca Jrs Fans eindelijk binnenkwamen met veel tromgeroffel, was de sfeer toch enigzins gespannen... Laat ons zeggen dat ik het merendeel van die mannen niet in het donker wil tegenkomen.
Na de match kende ik zowat alle Argentijnse voetbalsongs vanbuiten. Ze hebben hier trouwens hun eigen variant van "al wie da nie springt". Best grappig.
De Argentijnen wonnen de match met 4-0 en Maradonna wierp mij een kushandje, om mij te bedanken voor mijn komst. (of zou hij het op de Boca Jrs fans gemikt hebben?)
Na de match ging de karavaan terug naar het hostel, waar meer bier op ons wachtte.

Omstreeks 3u dan maar naar het hostel aan de overkant. Daar was blijkbaar nog een feestje aan de gang. Even gevraagd of ze stiller wilden zijn, maar dat had niet veel effect. Dan maar gaan slapen met vette oordoppen in.
Om 5u schoot ik wakker van superluide muziek. Dus ik naar buiten: "Kan het wat stiller AUB?" Niet dus. De nachtwaker kwam erbij, trok de kabel van de stereo-installatie uit en maande iedereen aan om naar buiten te gaan. Op dat moment werd ik omsingeld door de bende, met een Vin Diesel-achtige figuur die het woord nam. Na 2 minuten besefte ik al dat hij letterlijk stijf stond van de coke. Wie was ik om zijn BBQ te verpesten, het was zijn recht om te feesten tot 7u ´s morgens, ik moest teruggaan naar mijn land, ik had hem geen vragen te stellen,... Met zijn lichaam(staal) drukte hij mij tegen de muur en schermde hij mijn vluchtwegen af. Ge merkt: ik was in paniek. Ik was zo stom geweest om Jesse niet wakker te maken (die lag KO in bed na al dat bier), dus ik stond er alleen voor. Maar gelukkig was er de nachtwaker nog. Toen hij begon te roepen dat ze mij met rust moesten laten, stormde de bende op hem af en begonnen ze hem af te motten. Letterlijk slagen op zijn gezicht! Toen flipte ik natuurlijk helemaal door en ben ik mij in onze kamer gaan verstoppen. Jesse lag nog steeds te dromen van goede feeën en kaboutertjes en snapte er niets van. Achteraf bekeken: gelukkig maar, want ze zouden zijn gezichtje ook deftig bewerkt hebben, daar ben ik zeker van.
Vin Diesel bleef nog uren roepen en tieren op de gang en ik piste bijna in mijn broek van de schrik... Daarbij kwam dat ik Jesse nog eens moest "tegenhouden" om zich niet te gaan moeien, dus een prettige nacht was het niet.
In "ons" hostel aan de overkant werden we de volgende dag goed onthaald, met veel knuffels en luisterende oren. Het was best een akelige ervaring.
Maar goed, er is niets gebeurd, en in´t vervolg zal ik 2X nadenken voor ik nog eens een gunst van vreemde mensen vraag...

Intussen zijn we aangekomen in Cafayate. De rit naar hier was verbluffend mooi: gigantische cactussen, bergen in allerlei kleuren,... Morgen doen we een tour van de omgeving. Het hostel waar we nu blijven is ook weer dik in orde, dus niemand hoeft zich zorgen te maken.

Het volgende blogske wordt weer rozengeur en manenschijn!

vrijdag 27 maart 2009

Ola chicos!

Buenos Aires!
Iedereen is er geweest, iedereen praat erover.
Dus na 2 weken rondreizen in Chili en Argentinië had de stad een soort mystiek gekregen en stonden we te popelen om ons eigen oordeel te vellen.

De stad heeft prachtige gebouwen, gezellige straatjes, goeie restaurants (parilla's mmmm), leuke terrasjes, mooie musea. Het is heerlijk slenteren over de antiekmarktjes, pintelieren op een terrasje met tangodansers en winkelen in het mondaine Palermo, maar eerlijk is eerlijk: ge waant u in Europa (en misschien zien we intussen liever beesten en natuur dan beton). Het moet gezegd: het is leuk om in een geürbaniseerde omgeving te vertoeven: alles is bij de hand, onze smaakpappillen genieten met volle teugen en ik hoop een paar stuks aan mijn garderobe toe te voegen (op Jesse zijn kosten, uiteraard) ;-).

Zaterdag gaan we de match Argentinië-Venezuela bijwonen en we zijn er helemaal enthousiast over. De kans om de grootste voetballegende ter wereld aan het werkt te zien (hij coacht de ploeg), laat zelfs mij niet onberoerd (Jochem zal trots zijn).
Hopelijk winnen de goei en wordt het één groot feest.

Zondag nemen we opnieuw de nachtbus.
De nachtbussen zijn hier trouwens verrassend comfotabel: zelfs Jesse kan zijn benen volledig strekken en de zetels gaan bijna helemaal plat. Op die manier kunnen we een aantal uren slapen, en dan sparen we ons toch een nachtje accommodatie uit. Gelukkig maar, want de bussen zijn ontiegelijk duur!

Och ja, geld moet rollen!
Niet waar misschien?

maandag 23 maart 2009

ORKAFEEST

Bijna 2 weken ver in onze verkenning van Chili en Argentinie.
De eerste dagen hebben we doorgebracht in een Alpen-achtige setting, blijkbaar ge-wel-dig voor de wintersport, maar diep onder de indruk waren we niet.
Pas op: de omgeving was heel erg mooi, maar al die maanden NZ hebben ons een beetje immuun gemaakt voor meren met bergen rond.
Het werd al snel duidelijk dat we ons gezapig reistempo van NZ niet zouden kunnen aanhouden en dat er veel nachtbussen (denk ritjes van 20 uur) op het programma zouden staan.
Morgen, na 2 weken ZA, zal onze buscalculator bijgevolg de kaap van 65 uur passeren. Ge moet er wat voor over hebben.

De voorbije dagen hebben we doorgebracht in Puerto Madryn, aan de oostkust van Argentinie, in Patagonie. Puerto Madryn ligt aan de ingang van een schiereiland waar gans het jaar ongelooflijk veel wildlife gespot kan worden. Walvissen in de winter, penguins en orka´s in de zomer.
Hoewel er ongeveer een dertigtal orka´s in de omgeving leven, was de kans om ze te spotten slechts 5%. Een aantal orca´s heeft zichzelf een kunstje geleerd om een lekker fris zeehondje te nuttigen: ze laten zichzelf met veel geweld stranden om de zeehonden kolonie te attackeren. Van de 30 orka´s zijn er ongeveer 8 die dat kunnen. De mannen van National Geographic houden de ganse dag de wacht op het strand om de aanval vast te kunnen leggen op camera. Met een klein hartje en 1 grote wens gingen we dus het schiereiland bezichtigen.
De gids leidde ons langs guanaca´s (familie van de lama), penguins, zeehonden, zee-olifanten, zeeleeuwen, 1 albatros, gieren, 1 zwarte weduwe (!), gordeldieren...
Fantastisch! Toen we aankwamen bij Punta Norte, de plek waar de orka´s gespot kunnen worden, was de spanning te snijden. 5% is echt niet veel, dus we durfden bijna niet te hopen op zo´n godsgeschenk, ook al was het Jesse zijn verjaardag. ;-)
We konden maar 20 minuten blijven, de tour liep bijna op zijn eind. Na 15 minuten zagen we in de verte een gigantischa vin opduiken (2,5 meter!). Zo spannend en ontroerend tegelijk! De onheilspellende vin verplaatste zich over de hele kustlijn. Magisch!
De gids was zo enthousiast dat we wat langer mochten blijven kijken. Het volgende uur was een grote orka-show. Eerst volgde een groepje van 2 vrouwtjes en even later zwommen er nog 5 orka´s achteraan. Met een baby-orka! Ongelooflijk!
De mega-attack hebben we niet mogen meemaken, maar het scheelde niet veel. Stilletjes was ik blij voor die lieve zeehondpupjes. Want die zijn ook errug schattig!
Het was een onbeschrijflijk gevoel, of zoals onze gids het verwoordde: "seeing whales or killer whales is always a very emotional experience".
Allen daarheen!

dinsdag 17 maart 2009

Chili!

We zijn er inmiddels al bijna een week.
Op de vlucht naar Santiago zat ik naast een vrouw die ongeveer de hele weg in mijn oor gesnurkt heeft. Gevolg: bijna geen oog dichtgedaan. Daarenboven verschillen NZ en Chili maar liefst 16 uur, waardoor we vroeger in Santiago toekwamen dan we in Auckland vertrokken waren... Gevolg: een jetlag om U tegen te zeggen. Naar goede gewoonte recupereerde Jesse 3 keer zo snel als ik, waardoor hij op de 2e dag al wat sightseeing kon gaan doen terwijl ik nog in bed lag met het gevoelsequivalent van een vieze kater. Toen Jesse later met onze Belgisch-Chileense hosts (die we via CouchSurfing leerden kennen) een spaghetti carbonara nuttigde, kende ik het genoegen om de Chileense WC-pot van naderbij te beschouwen.
Soit, op de 3e dag kwam ook ik de jetlag te boven en konden we tot de ontdekking komen dat Santiago ons niet echt kon boeien. Het is een grote, grijze stad, vol smog, met enkele leuke wijken en straten.
Bijgevolg zaten we al snel op de nachtbus naar Puerto Varas, een oude Duitse kolonie en de toegangspoort tot Patagonie. Puerto Varas is een klein stadje aan de vulkaan Osorno. Na het vergaren van zoveel mogelijk info hebben we echter besloten om niet veel dieper in Patagonie te reizen, omdat de gelijkenissen met het Zuideiland van NZ te groot zijn: er moeten opeens keuzes gemaakt worden, we zijn hier immers maar 5 weken. Bijgevolg gaat de reis morgen richting Bariloche, Argentinie. Daar steken we over naar de oostkust, waar er onder andere pinguins op het menu staan! Ik kan niet wachten om terug oog in oog te staan met mijn geliefkoosde diersoort!

Tot nu toe doet Chili heel erg Europees aan: de mensen zijn hier eerder blank, de straten in erg goede staat en de huizen vrij modern. Wat ons opvalt is dat ze hier zot zijn van taart: op elke hoek van de straat vindt ge een koffiehuis met wel 10 soorten van het zwaarste gebak. Verder zijn we nog niet veel culinaire hoogstandjes tegengekomen.
Vergis u niet: het is hier prachtig en we zijn ontzettend enthousiast. De afgelopen dagen hadden we enkel de indruk dat we NZ nog niet hadden verlaten... Daar komt morgen hopelijk verandering in!

dinsdag 3 maart 2009

Manmanman toch

Na veel wikken en wegen, nadenken en discussiëren, besloten we om de reis naar Auckland vrijdagavond reeds in te zetten.
Op die manier zouden we zaterdag volledig uittrekken om het buske leeg te mesten en aan de grote kuis te onderwerpen, en vervolgens zondag ons verkopers-geluk te beproeven op de grote carmarket die wekelijks plaatsvindt op de paardenrenbaan van Auckland.
En zo geschiedde het. Of toch bijna.
Zaterdag verliep alles volgens plan. Het buske was spik en span en Jesse had er zelfs een "brand new car"-geurtje aan toegevoegd! Ik had alle gerief gekuist en de lakens gewassen, zodat ons buske zich van zijn beste kant kon tonen op de automarkt.
Zondag voor dag en dauw richting Ellerslie, op naar de renbaan.
Maar het rond punt voor de ingang van de renbaan was volledig versperd toen we er toe kwamen. Mannen met gele hesjes stonden er met hun armen te zwaaien: ze wilden onze aandacht vestigen op het volgende plakkaat: "Sorry, no carmarket today"
Wat?!? Typisch, was het enige dat we op de terugweg konden denken.
Tijd dus voor plan B.
Posters gemaakt en opgehangen in alle hostels. Annonces op het internet. Na 2 dagen 1 reactie. Auw. Daar werd ik een beetje zenuwachtig van...
Plan C?
Een backpackers-carmarket (lees: garage), letterlijk tot de nok volgestoempt met auto's en buskes van toeristen die wanhopig wachten op potentiële kopers. Voor 89 dollar kregen we 3 dagen de tijd om ons buske in die garage van de hand te doen. Maar de concurrentie was er talrijk en het stond er BOMVOL sleeen en bakken! Ge kon er uw kont nauwelijks draaien (ja, dat geldt ook voor de benige kont van Jesse en niet alleen voor die van mij), dus laat staan uw buske. Gevolg: Jesse reed buske tegen muur! Voor 1 keer slaag ik erin om de Hyacint in mij te onderdrukken en BOEM, meneerke rijdt tegen ne muur! Net op het moment dat we geïnteresseerden hadden. Dus Jesse stapt uit met de gevleugelde woorden "nu ben ik hier natuurlijk tegen die muur gereden!" Ik kreeg bijna de kramp nondedomme! We moesten het koel spelen, want als het koppel doorkreeg dat Jesse juist een deuk in den otto gereden had, dan moesten we zeker iets van de prijs afdoen. En ze gingen al een "mechanical check" laten doen, wat betekende dat we sowieso de prijs moesten verlagen als bleek dat er iets niet in orde was. STRESS!
Bang wachtten we het resultaat van de mechanical check af (wij hadden geen check gedaan en het risico genomen, dus we hadden geen flauw idee wat ze konden vinden). Resultaat: problemen met het differentieel (wat dat ook moge zijn), geraamde kosten 550 dollar.
Wat volgde waren koele onderhandelingen. En uiteindelijk zijn we er in geslaagd: ONS BUSKE IS VERKOCHT! Aan de eerste geïnteresseerden dan nog wel!!!
Dus ondanks de stress is het allemaal heel vlot verlopen.
Er stonden massa's buskes afgeprijsd voor een snelle verkoop omdat de eigenaars morgen (of gisteren) hun vlucht uit NZ nemen... Dat is pas penibel!

Hehe, wij halen opgelucht adem.

vrijdag 27 februari 2009


Al 4 maanden onderweg. We beginnen het te voelen, want de laatste week hebben we met gemengde gevoelens rondgetoerd. Het weer begon te slabakken en onze rug verlangde naar meer comfort, waardoor kamperen opeens heel wat minder romantisch werd... Na ongeveer 3 maanden NZ konden we ons trouwens niet van het gevoel ontdoen dat we het hier nu wel gezien hadden. Onze motivatie om de toerist uit te hangen zakte dan ook pijlsnel naar een dieptepunt. Maar het uiterste noorden van het land stond nog steeds op onze to-do-list en gelukkig kon het alle verwachtingen overtreffen. De ene baai volgde het andere verlaten strand op. Echt gezellig. We gingen van stranden die ook als autostrade dienst doen, naar duinen waarin ge kunt kamperen, naar verfrissende duiken in de azuurblauwe zee,... Nooit gedacht dat Nieuw Zeelandse stranden zo exotisch konden voelen.

Intussen zijn we toegekomen in Auckland. Eerste indruk: het is hier wel ca va. Morgen gaan we de stad eens tegoei verkennen. En ons buske opblinken. Want zondag gaan we naar een automarkt om het te verkopen. Aiaiai, ik hoop dat het vlot van de hand gaat!

Wat vonden we leuk aan NZ?
Mooie stranden, de pinguïns, de NZ dollar die heel laag staat, de snow-capped mountains, de gigantische burgers (ook vegetarische variant beschikbaar), de zeehonden, Rupert en co, de walvissen.

Wat vonden we niet leuk aan NZ?
De wegenwerken!
Achter elke bocht schuilde wel een "uneven surface" of "stop on request". In het Zuiden interesseerde het ons geen fluit, maar hier in't Noorden waren we niet meer alleen op de baan en was het om piepeloerezot van te worden. Ik geloof dat mijn Hyacint Bucket-gehalte gepiekt heeft.


De Japan-knoop is eindelijk doorgehakt: we gaan! Onze tijd in Australië wordt dus in 2 gedeeld: van 29 juni tot 28 juli gaan we naar het land van de rijzende zon! Daarom ben ik nu wanhopig op zoek naar de emailadressen van de Japanners in '98. Het zou toch te gek zijn om terug naar Itami te gaan!

Ik weet het, we zijn dikke vette opportunisten. Maar kunt ge't ons kwalijk nemen? I don't think so!

vrijdag 20 februari 2009

laatste weken NZ



Tja, waar zijn we in tussentijd allemaal mee bezig geweest?
Na de Tongariro crossing waren we 3 dagen zo stijf als een hark: Jesse had last van de kuiten, ik van de knieen. We hebben ons wel de bedenking gemaakt hoe "convenient" alles in Nieuw-Zeeland is. Ge rijdt een stad binnen, volgt de pijlen naar het information-centre, waar ze u doodgooien met folders en plannetjes van de omgeving, de activiteiten zijn talloos. Heel makkelijk allemaal.
Zo gingen we ook naar Rotorua, een groot thermisch/vulkanisch gebied. De Duitsers van de Tongariro-crossing zeiden: "you'll smell it before you see it" en niets was minder waar: 5km voor het binnenrijden van het stadje hadden Jesse en ik al ruzie over wie die scheet gelaten had. Neenee, grapje, maar de stank was inderdaad alomtegenwoordig. Denk rotte eieren.
Maar de stank werd al snel gecompenseerd door het meest ongelooflijke vulkanische landschap. In het stadspark zagen we overal willekeurig damp opstijgen. Net buiten de stad lag Wai-O-Tapu, waar de vulkanische activiteit zich concentreert. Gevolg: wild kokende modderpoelen, een geisertje, kraters in alle kleuren van de regenboog, veeeel damp en meren in de gefliptste kleuren. Echt niet normaal. De gigantische geiser werkt een keer per dag op commando: dat hebben we aan ons voorbij laten gaan: we hadden geen zin om dit natuurschoon "en masse" van op een tribune te bewonderen.

Soit, na Rotorua ging de reis weer richting kust.
In Mount Maunganui kregen we het Beverly Hills-gevoel: alle locals vullen daar precies hun dag met joggen, koffie drinken en mekaar tegenkomen. De mensen waren er mooier, de huizen moderner en de vibe exclusiever. Echt iets voor ons dus!
Jesse kreeg het er wel aan de stok met een lokale surf dude, die de toeristen in zijn golven wilde uitroeien. Ach ja.

Nu in de buurt van Raglan, DE surfspot van NZ. Rip Curl organiseert hier dit weekend een grote wedstrijd, dus dat was een beetje een domper op de feestvreugde. Er lag zeker 50 man op een stukske van 200 meter in het water...

Het weer begint precies ook te slabakken: gisteren viel de regen de ganse dag met bakken uit de lucht. We vroegen ons al af waarom iedereen zei dat het hier zoveel regende. ;-)

De komende week gaan we in topsnelheid de rest van het Noordereiland bezoeken, om rond de 1e maart met ons buske op de automarkt in Auckland aan te komen. Hopelijk gaat dat vlot van de hand!
Het is dus tijd om afscheid te nemen van NZ want het volgende avontuur loert al om de hoek!

Dikke knuffels!

dinsdag 10 februari 2009

Nog enkele feiten

+ grote verpakkingen (bvb 36 blikskes cola) zijn duurder dan kleine verpakkingen (vb 8 blikskes cola)

+ de mensen lopen hier allemaal (jong en oud, rijk en arm) op hun blote voeten rond: weer of geen weer, het is blijkbaar echt hip.

+ ze maken hier frieten van kumera (zoete patat), en die worden geserveerd met ketchup of aioli: wij zijn fan!

+ Tomkat is deze week in het een boekske opnieuw zwanger EN kondigt volgens het ander boekske de echtscheiding aan, gebaseerd op DEZELFDE foto's.

+ Brad heeft een drankprobleem

+ Angelina heeft een eetstoornis

+ Posh en Becks gaan weeral uit elkaar

+ het is blijkbaar roddelkomkommertijd

+ ik hoor intussen bij het selecte clubje van mensen dat in de supermarkt de roddelboekskes leest ipv ze te kopen

+ 9 kansen van de 10 is het dak van een huis gemaakt met golfplaten.

+ Soms moet ge op de snelweg invoegen langs de "snelle" kant

+ we hebben een accident gehad: op een 6-armig rond punt

+ Jesse zat achter het stuur ;-)

+ gelukkig zijn we verzekerd en was er niet al te veel schade

+ voorrang verlenen is nu topprioriteit ;-)

+ de Nieuw-Zeelanders noemen Australië het "Westereiland"

+ opossums zijn een grote plaag: er zijn er ongeveer 70 miljoen!!! Dit komt omdat het dier geïmporteerd werd vanuit Australië en hier geen natuurlijke vijanden heeft. De kiwi's gaan uit de bocht om de opossum te raken ipv hem te ontwijken.

+ Slechts 5% van de "bevolking" bestaat uit mensen

Na meer dan een week het Noordereiland verkend te hebben, is het weer dringend tijd voor een bericht op ons blogske...

Ik zal beginnen met het heuglijkste nieuws: ik word meter! Jochem en Valerie verwachten een tweeling en ik mag meter zijn van een van de twee babytjes. Leuk he! De vraag werd mij, iets minder conventioneel, al skypend over het wereldwijde web gesteld, en het was nogal een emotioneel moment... De dagen erna heb ik toch effe met heimwee geworsteld...

Enfin: het Noorderleiland.
In Wellington werden we welkom geheten door een aantal lijmsnuivende daklozen. Toen wisten we het: we zijn in een stad ! Gebouwen die hoger waren dan 2 verdiepingen, meisjes die modieus gekleed waren, het obligate schorremorrie en mannen in kostuum. Geen hillbilly-redneck toestanden, geen broskes met nekmatjes, minder mannen met water in de kelder en geen vettige fish 'n chip-shop als enige toevluchtsoord als we geen zin hebben om te koken. Het was eens wat anders.

Daarna door naar de kust: Jesse wilde golven hebben. Geen golven: zee weigerde dienst. Ach ja. Dan maar het binnenland in.
Zo belandden we in Taupo op een freedomcampsite (waar ge dus gratis en voor niks moogt liggen) naast Charles en zijn 3 kinderen. Charles die nog in stam leefde tot hij 11 jaar was. Wel geschift om zijn verhalen te horen. Over hoe de Maori, die eigenlijk het wiel nog niet uitgevonden hadden, een cultuur opgedrongen kregen die in verhouding zo modern was. Geen wonder dat dat moeilijkheden heeft gegeven. Den Charles hield nog sterk vast aan de traditie, maar hij kon er ook een serieuze zaag over spannen. En zo kwam Jesse alles te weten over het luisteren naar bomen, het zoeken van een geschikte wandelstok, het jagen, het vissen, het maken van een bijl, het verschil tussen weed van de hydrocultuur en de goeie ouwe kweek in de aarde, de taal van de Maori, het voeren van oorlog, kannibalisme, bloedwraak, het belang van familie,... en ging ik ondertussen met de kinderen spelen. ;-)
Neenee: het was wel leuk om deze kant van Nieuw-Zeeland te leren kennen, daar hadden we al lang op gehoopt.

Soit, aan het kampvuur bij Charles leerden we 2 Duitsers kennen, waarmee we samen de Tongariro Crossing hebben gedaan. Dit is een wandeling van 18,5 km, 700 meter klimmen en 1100 meter dalen, langs de befaamde actieve vulkaan Mount Doom (ja, die uit de film), oftewel Mount Ngauruhoe, over enkele kraters, langs prachtige groenblauwe en blauwgroene meren en dat alles in een lekkere sulfergeur. Het was echt prachtig. We begonnen in een woestijnachtig landschap, met de gigantische vulkaan op de achtergrond. De klim naar de top was walgelijk, maar het uitzicht op de krater en de Emerald meren was gewoon grandioos. Indrukwekkend, machtig schoon. Daar waren we het allemaal over eens. Op de top waaiden we bijna weg (letterlijk), dus dat was spannend, maar de afdaling was pas het echte werk. Het ging echt steil naar beneden soms, en het laatste uur voelde ik mijn knieën branden. De laatste minuten leken wel uren en ik ben echt diep moeten gaan, maar na 7 uur wandelen stonden we aan ons buske. Vandaag loop ik krom! Aiaiai. Chapeau voor Nadine en Chris die al zoveel geklommen hebben! Zet NZ maar op uw lijst van bestemmingen!

Soit, de komende dagen spenderen we weer aan de kust, zodat Jesse zijn hart kan ophalen in 't zeetje. Zijn surfcapaciteiten vorderen!

Het begint door te dringen dat we stillekes aan afscheid moeten nemen van NZ: nog 3 weken rondreizen en dan naar Auckland om het buske te verkopen. Dat zal ook een belevenis worden!

vrijdag 30 januari 2009

Vaarwel Zuidereiland


Hallo,

Het Wwoofen is alweer efkes verleden tijd: 2 weken geleden hebben we afscheid genomen van de familie Ward. Alles was heel fijn, maar iedere dag 4 uur werken?!? Pffffft, wij hadden nood aan Vakantie! Dus hebben we onze reis op het Zuidereiland nog wat verdergezet.

We begonnen met het doorsteken over Arthur's Pass (verliep heel vlot nadat we onze radiator hadden laten fiksen, oef!) naar de West Coast. Iedereen is hier zot van de West Coast, het is daar zo "ongerept". Ongerept?!? Ongecultiveerd ja! Inteelt godverdomme! Westport spande de kroon: de hele bevolking was daar ongetwijfeld samengesteld uit een zeer beperkte genen-poel. Quasimodo zou daar de schoonheidswedstrijd winnen!
Ach ja, Jesse heeft er toch nog leuk gesurft. Toch ene die content was. ;-)

Daarna zijn we 2 dagen gaan kayaken in het Abel Tasman National Park. Goude stranden, regenwoud en veeeeeeeel azuurblauw water. Dat was eens iets anders dan een afvaart van de Lesse! Hard peddelen wel, want we hadden meestal wind op kop! Maar ik heb me volledig gegeven om niet nog eens alle clichés die er over mij bestaan te bevestigen... Eat that, juffrouw Els! Zelfs onze Jesse was verbaasd over mijn roei-capaciteiten!

Overmorgen nemen we de ferry naar het Noordereiland. Daar reizen we dan nog 5 weken rond, en op 11 maart vliegen we naar Chili. We hebben de reiskriebels dus goed te pakken! Het komt er op neer dat we te veel tijd uitgetrokken hebben voor Nieuw-Zeeland, omdat hier werken gene zak opbrengt. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een leuker alternatief en zo zijn we bij Zuid-Amerika uitgekomen... We hebben daar wel maar 5 weekskes, dus het zal geen uitgebreide rondreis worden, maar een eerste kennismaking met het continent... Alle tips zijn welkom!

Ziezo, het is hier alweer een warme zonnige dag, dus wij gaan onze tocht verderzetten en een mooi strand uitkiezen!

Hasta Luego!

Jesse & Ine

zondag 18 januari 2009

Tussendoortje

enkele weetjes:

-op uw 15e kunt ge hier beginnen aan uw rijbewijs.

-ik ben zot van "hokey pokey", luchtige, harde, karamelachtige snoep, meestal omhuld met chocolade, waarvan ik in België nog nooit een waardig equivalent gezien heb.

-hier zijn meer Japanse restaurants dan in Japan zelf en kinderen zijn hier gek van sushi

-tom cruise en/of katie holmes staan elke week op de cover van minstens 2 roddelboekskes

-brangelina wordt ook op de voet gevolgd

-het Rad van Fortuin werkt hier nog steeds met een prijzenwinkel ipv geld.

-Australië is het "vetste" land ter wereld. We vermoeden dat Nieuw-Zeeland niet veel lager in de ranking staat

-het gigantische aanbod aan cookies, muffins (oa triple chocolate), scones en cakes zijn daar waarschijnlijk mede verantwoordelijk voor

-ze verkopen Belgian Cookies/Cakes: gigantische koeken/cakes met een roze suikerlaag op die geen van ons beiden ooit in België gezien heeft

-wanneer een bepaalde winkel kortingsbonnen uitgeeft, dan accepteren ze die ook bij de concurrent!

-pot noodle, onze "aiki noodles" ed, worden hier met hopen gegeten en de kinderen eten het bij voorkeur droog en gekruimeld... ik heb het 1 keer geprobeerd (niet droog uiteraard, dat was een brug te ver) en vond het niet te vreten... Jesse vond het OK.

-ondanks het feit dat ze aan de linkerkant van de baan moet rijden, geven ze toch voorrang van rechts

-een andere lekkernij is een spek (marshmallow) met een laagje karamel, omhuld met chocolade.

-Burger King doet een menu (burger, frieten, drankje +ijsje) voor 5,50 dollar (ongeveer 2,5 euro)

-de pinkers staan aan de andere kant, wat in het begin resulteert in het aanzetten van de ruitenwissers als je ergens af wil draaien

-bonen in tomatensaus smaken hier naar zwanworstjes. DE-GOU-TANT!!!

-er zijn meer schapen in Nieuw-Zeeland dan mensen

-er zijn meer koeien dan schapen

-ondanks het overvloedige aantal koeien is kaas hier pokkeduur

-in een tankstation kunt ge alleen maar aan het loket betalen, tankstation gesloten = geen benzine meer

-naft kost ongeveer de helft van bij ons

-Jesse is fan van pies. Zoute pasteien gevuld met een dikke vleespap. De kinderen houden hier van de vulling en laten het deeg liggen. Ik vind de vulling gewoonweg walgelijk.

-blikskes cola zijn hier geen 33, maar 35,5 cl

-met bankcontact kunnen ze in de winkel ook geld terug op uw rekening zetten (als er u bvb teveel aangerekend werd)

vrijdag 9 januari 2009

Wwoof


Hallo,

Nu de feesten volledig verteerd zijn, is het nog eens tijd voor een nieuw berichtje...

Eerst en vooral: wij wensen iedereen een spetterend 2009, hopelijk wordt het minstens even vruchtbaar als 2008!

We hebben Nieuwjaar gevierd met een paar mensen die we hebben leren kennen toen we net aangekomen waren in Nieuw-Zeeland. Eerst samen gegeten en gedronken, daarna van het zeer korte vuurwerk genoten, vervolgens nog wat gedronken, beetje gekletst, nog wat gedronken en uiteindelijk besloten om de stad in te gaan. De Italiaan die voor ons gekookt had, had jammer genoeg ook de drank aangekocht: een mengeling van goedkope warme witte wijn, gekoelde rode wijn en wodka. De wereld op z'n kop, dachten wij, dus probeerden we onze alcohol-intake zoveel mogelijk te beperken tot wodka.
Aangekomen in hartje Christchurch kozen we met ons eurogroepje een "clubje" uit met een bescheiden rij en idem toegangsprijs. De rij werd langzaam naar binnen geloodsd, en na een uur hadden we de ingang eindelijk in vizier. En de ingang ons. Dat wil zeggen: de bouncers hadden Jesse in't vizier. Terwijl de zatte, kort gerokte, nippel-slippende tienermeisjes lustig naar binnen zwalpten, werd Jesse William Bas zorgvuldig uit de rij geplukt. Reden: oogjes paraplu. Dat betekende meteen het einde van de nieuwjaarsfestiviteiten.
De volgende dag hebben we integraal in bed gespendeerd. Shotjes wodka zijn blijkbaar zo onschuldig niet.

Na onze verrijkende ervaringen in Christchurch trokken we noordwaarts richting Kaikoura, om walvissen te spotten. De potvis komt daar in groten getale voor en dat wilden we zeker niet missen! Jullie vonden het blijbaar ook de moeite, want we hebben gemerkt dat het filmpje al vaak bekeken werd op flickr!
Ondanks de immense omvang van de potvis, was het vastleggen van de beelden niet simpel: de golfslag en de wind waren zo sterk dat we er duchtig zeeziek van werden en dat we ons nauwelijks overeind konden houden op het dek...

Op dit moment zijn we aan het wwoofen in Rangiora. "Willing Work On Organic Farm" is een wereldwijd netwerk van mensen die kost en inwoon bieden in ruil voor enkele uren werk. Jesse en ik verblijven nu in een prachtig historisch huis in koloniale stijl, bij een papa en zijn 3 dochters. Enkele uren per dag proberen we zijn tuin onder controle te krijgen: GEEN lachertje want het is eerder een wildernis! We zijn intussen bijna experts in het verdelgen van onkruid, Vic en mama en papa zullen het graag horen! Hoe lang we blijven weten we nog niet, het is wel leuk om een paar dagen niet den toerist uit te hangen.

Later meer nieuws,

Jesse en Ine